• Home
  • Algemeen
  • Noordlaarderbos
  • Vogelsoorten
  • Links
  • Menu

    • Dagboek
    • Noordlaarderbos
    • Groningen
    • Drenthe
    • Digiscoping
    • Trekroepjes
    • Verslagen Nederland
    • Verslagen Buitenland

Blog Archief

2015 Neuenburger Urwald

25
april
Natuurverslagen_Buitenland / Vleugels — Reacties uitgeschakeld voor 2015 Neuenburger Urwald


Op een mooie dag in april ging ik met mijn vrouw naar Duitsland, naar het ‘oerbos’ Neuenburger Urwald. Het bos is gelegen in Noord-Duitsland, tussen de plaatsen Zetel en Bockhorn.

 

Afbeelding Kaart Neuenburger Urwald

 

Geschiedenis

Oorspronkelijk was dit bosgebied het eigendom van kloosterorden. In de 15e eeuw kwam het in adellijke handen. Eeuwenlang was het een zogenaamd Hudewald, hetgeen inhield dat boeren het recht hadden om strooisel en brand-en geriefbout te oogsten. Ook lieten ze er hun paarden, koeien, varkens, schapen en ganzen grazen. Het beheer stond vooral in dienst van het vee, de bomen leverden zaad en
(meer…)

Gepost in Natuurverslagen_Buitenland, Vleugels | Reacties uitgeschakeld voor 2015 Neuenburger Urwald

2012 Noorwegen

10
juli
Natuurverslagen_Buitenland / Vleugels — 6 comments


Dit jaar hadden mijn vrouw en ik weer een autovakantie geboekt naar Noorwegen. Dat wil zeggen dat je met de auto door Noorwegen rijdt en een aantal dagen verblijft in huisjes of een hotel.

Dag 1 (23 juni): Denemarken / Tylstrup.

2012_kaart_Noorwegen

Tijdens de eerste dag reden we van huis naar het dorpje Tylstrup om te overnachten in een hotel. Om eventuele files in Hamburg en omstreken te vermijden vertrokken we om 2 uur ´s nachts vanuit Nederland. De rit ging via Duitsland naar het noorden van Denemarken. Via Flensburg, Kolding, Arhus, Alborg om uiteindelijk aan te komen in Tylstrup. Denemarken is vrij vlak t.o.v. Noorwegen en zodoende was het prima doorrijden. De maximum snelheid is 110 km. Af en toe kregen we te maken met werkzaamheden aan de weg. Het wegdek in Duitsland was opvallend slecht.

(meer…)

Gepost in Natuurverslagen_Buitenland, Vleugels | 6 Comments »

2001 Eclipsreis Afrika

25
januari
Natuurverslagen_Buitenland — Reacties uitgeschakeld voor 2001 Eclipsreis Afrika


Datum: 9 t/m 23 juni 2001    Tekst: Lourens de Vries    Opmaak/foto’s: Jos de Vries

Witte neushoorns in Matobo

Witte neushoorns in Matobo.

9 juni: Na aankomst op Schiphol alvast kennis gemaakt met Jaap, Greet en Ton. Voor de visa moesten we nog even op de (pas)foto. In de 767 kennis gemaakt met de familie Bielleman.  Het bleek dat groep A van Baobab de rechterkant van het vliegtuig  bezet had. Reisleidster Suzanne bleek ook aan boord. Ik vond de reisinformatie op het scherm heel prettig met die handige kaartjes.

10 juni: Boven de Sahara ontvouwde zich onder andere het sterrenbeeld Schorpioen,in zijn geheel te zien vanuit het raampje. Via Nairobi (de eerste Afrikaanse vogels- en sprinkhanen!) eerste voet op Afrikaanse bodem gezet en kennis gemaakt met Niels en René. Suzanne verklaarde met behulp van haar vogelboek  de nieuwe soorten vogels. Waaronder Bonte Kraai(Pied Crow), Zwarte Wouw (Black Kite) en Koereiger (Cattle Egret). De reis vervolgde met een Airbus A 310 – 300 via Lilongwe, Malawi (sommige Baobappers dachten dat ze al in Lusaka waren en wilden uitstappen) richting Lusaka, Zambia.

Daar aangekomen voorspelde de zware bewolking weinig goeds voor een succesvolle eclips, maar goed, het zou nog elf dagen duren en het zou allemaal goed komen. Prachtige kindertekeningen trouwens in de hal.

Onze safari-truck

Onze truck

Na de eerste douane strubbelingen met hulp van een non liepen Jos en ik enthousiast naar de verkeerde Baobab groep (B). Hier liepen we de eerste vertraging op. Na een sprintje maakten we kennis met de rest van groep A, onze safarigele Mercedes truck en haar Australische berijders, Mick (onze chaufeur, “Thanks Mate, no problem”) en Marleen (onze kok, “that’s lovely” ). Na een hobbelige weg (“this is the best road”, riep Mick nog) en de eerste anekdotes van Alfred belandden we op camping Pioneer ten noordoosten van Lusaka. Onderweg werden door de bewoners van Zambia enthousiast toegewuifd, ik was heel verbaasd dat de mensen hier zo vriendelijk zijn. We zetten de tenten op (Jos en ik waren weer de laatsten) gingen eten en maakten kennis met een nieuw fenomeen: Wapperen. Dit droogwapperen van de afwas verdient de voorkeur boven bacterierijke droogdoeken. Na de belangrijkste mededeling van Suzanne van deze vakantie, deden we de kennismakingsronde. Er bleken nogal wat IT-ers in onze club aanwezig. Het viel op dat zodra de hete zon achter een wolk verdween de temperatuur gelijk zo’n 10 graden zakte. Volgens mij een gevolg van de heldere lucht. Dat de lucht  goed helder was bleek al snel na zonsondergang. Ik maakte, samen met nieuwbakken sterrenvriendin Liesbeth voor het eerst kennis met de zuidelijke sterrenhemel., een lang gekoesterde wens ging in vervulling door een onvergetelijke kennismaking met de legendarische sterren Alpha en Beta  Centauri, het Zuiderkruis, Valse Kruis, Canopus en Kiel , Centaur, de gehele Schorpioen en Boogschutter, een glorieuze aanblik van de melkweg en zijn ontelbare sterrenhopen en nevels. De noordelijker sterrenbeelden bleken inderdaad op de kop staan. Het viel niet mee om snel deze sterren  vast te stellen. Soms moest je helemaal met je hoofd naar achteren buigen om het verband te zien. We zagen die avond ook Sirius en Procyon nog. Recht boven ons hoofd oa Mars en Maagd. Liesbeth was er van overtuigd dat Castor en Pollux nog te zien moesten   zijn aan het begin van de avond. Eigenaardig was trouwens ook toen bleek hoe verschillend mensen naar  de sterren kijken. Ieder op zijn eigen manier. Liesbeth ontdekte aan de rand van de camping een paar donkere plekken met vrije horizon.

Favoriete objecten naast de sterren voor mij waren Omega Centauri en 47 Tucanae (bolhopen), Grote Magelaanse Wolk (sterrenstelsel) met Tarantulanevel, Open hopen in Schorpioen, Centaur, Zuiderkruis en Kiel, de donkere stofwolk de Kolenzak en natuurlijk de aanblik van de gehele melkweg. Zo’n donkere hemel had ik volgens mij nog niet meegemaakt.

Baobabboom

De eerste baobabboom

11 juni: Slecht geslapen op te harde grond, matje onder slaapzak te dun. We moesten gelijk vroeg uit de veren voor een winderige rit (Jos en ik zaten achterin de truck) van zo’n 600 km naar Livingstone. Tijdens een stop in Mazabuka kennis gemaakt met de eerste Zambianen, waaronder een bedelend meisje met haar blinde vader(?). Het was ons afgeraden om bedelgeld te geven om zo geen bedelcultuur te scheppen. Maar achteraf  had ik een schuldig gevoel bij het weer weg rijden. Onderweg stopten we bij onze eerste baobab. Bij aankomst  in de plaats Livingstone zagen we al de Vic Falls nevel. We reden naar en zetten onze tenten op camping the Waterfront in afwachting van de bbq en een nieuwe prachtige sterrenhemel. Jos keek iets te veel omhoog en stootte hardhandig zijn schenen aan een picnicbank. Liesbeth gaf naast de camping nog een gratis les sterrenkunde aan twee bewakers van de African Queen . Mijn stoelgang werd er niet beter op en ik bleek niet de enige. Jaap wees ons aan de bar op het voor ons onbekende drankje genaamd Amarula waar we later meer mee te maken zouden krijgen.

Victorian Falls

Victorian Falls

12 juni: Na een slechte nachtrust, de ruisende Victoria Watervallen en de harde grond hielden me wakker, moesten we weer vroeg op voor een voettocht/ritje naar de beroemde Vic Falls, een symbool van Afrika. Het was schitterend de Falls te naderen met de nevel steeds prominenter in beeld. Daar aangekomen veel foto’s gemaakt. Zelfs met een regencape hield je het niet droog. Mijn rugzak bleek bij lange na niet waterdicht te zijn. Ik was zo slim om bijna al mijn boeken mee te nemen. Veel regenbogen gezien waaronder een volledig ronde, een prachtig gezicht. Het geraas van de 100 meter hoge 1700 meter brede watervallen was bijna oorverdovend.

Victorian Falls

Victorian Falls

Na een bezoek aan de souvenirverkoopplaats reden we verder naar Botswana. Het tempo zat er goed in, het leek soms meer op een race dan een vakantie, maar goed. Na paspoortcontrole staken we per veerpont de Zambezi over. In Botswana aangekomen werden we goed gewezen op de strenge regels in dit economisch wonder van Afrika. De mensen leken iets minder vriendelijk dan in Zambia. Direct bleek ook de weelderige fauna, we zagen na de oversteek gelijk al een olifant en allerlei verschillende vogels. Zo ook op de camping, de Chobe  safari lodge bij Kasane aan de Chobe rivier waar we twee nachten zouden verblijven.

African Fish Eagle aan de Zambezi

African Fish Eagle aan de Zambezi

Blauwe metalic-kleurige spreeuwen met fel oranje ogen. Wrattenzwijnen kwamen bedelen. Eekhoorns, banded mongoose, spechten en verschillende soorten vogels kwamen langs. Ongeruster werden we van de bordjes “beware of the crock”en “beware of the hippo”. Liesbeth deinsde nergens voor terug en wilde haar tent al bij de waterkant zetten. We maakten nog kennis met een Zuid-Afrikaner uit Johannesburg en zagen aan de waterkant na zonsondergang met Liesbeth Castor en Pollux ondergaan. De tuinsproeiers deden een beroep op onze behendigheid. De deelnemers van de middag-gamedrive zagen nog leeuwen. Die heb ik nergens gezien. ’s Avonds hadden we een nightdrive van 8 tot 10. We zagen o.a de waterbok, olifanten, bavianen, uil, civetkat, wilde kat, springhaas. Met behulp van een halogeenlamp trachtte men de dieren op te sporen. Ik lette nog op de sterren, je kon ze zien tot op de horizon.

Zonsondergang

Mooie zonsondergangen had je daar.

13 juni: Slapen met op de achtergrond het oink-oink van de hippo’s . 5:45 uur wakker. Verslapen! Snel kleren aan want om zes uur was de ochtenddrive. Sprintje trekken had niet gehoeven, want de safariwagens kwamen pas om half 7 opdagen. We zagen in het Chobe NP o.a. een visarend, gier, nijlpaarden, koedoes, een kudde olifanten, impala’s, bavianen, bonte ijsvogel.

’s Middags vrij tot 3 uur. We maakten hier gebruik van door kaartjes te kopen, te schrijven en te verzenden. Van 3 tot 6 hadden we een cruise op de Chobe rivier, waar we heel veel (ijs)vogels, bijeneters, plevieren, zwaluwen, visarend, nijlpaarden, de eerste buffel, impala’s en een olifant zagen.

Na een rijke vleesmaaltijd met koedoe en impala (taai spul) en heerlijk toetje dronken we een laatste blikje bier, zagen nog een wilde kat in de struiken aan het water en gingen naar de tent. Natuurlijk eerst nog wat sterren gekeken (waaronder de Jewel Box, de Druiventros, Omega Centauri, eta Carinae en de Zuidelijke Pleiaden), ook met Jaap en Alfred.

14 juni: Op naar de Makgadikgadi Pans, een uitgestrekte zoutvlakkte en de plaats Nata. We moesten onderweg nog een halfuurtje stoppen voor een kudde van zo’n 30 overstekende olifanten.

Elefants_on_the_road2

Olifanten op de weg, klik op het plaatje voor een vergroting.

In de Pans zagen we veel vogels, Nu kwam Jos zijn vogelkijker van pas. We zagen een jakhals (black-backed jackal), struisvogels, pelikanen, flamingo’s, visarend, black-chested snake eagle, een soort purperreiger en weet ik wat nog meer. Ook troffen we pootafdrukken van een nijlpaard aan. In de buurt was een camping waar we onze tenten opsloegen, waarna we gingen eten en genieten van een paar slokken Amarula. Samen met Liesbeth en later met Jos, Cor en Jaap gingen we nog wat sterren kijken. De horizon was prima zichtbaar.  Liesbeth was zo moe, dat ze vroeger dan normaal haar slaapzak opzocht. Weldra volgden Jos en ik.

15 juni: De rit vervolgde in zuidoostelijke richting naar Francistown, onze meest zuidelijke bestemming van de vakantie, ca 21,5 ° zuiderbreedte. Om bij Plumtree, waar men middels een groot bord werd aangespoord condooms te gebruiken (“it’s cool to use them”) de grens naar Zimbabwe over te steken viel nog niet mee. Bij de grens gebruikten we de lunch waar de mensen konden genieten van onze wappershow. Na  zo’n  halfuur in Zimbabwe te hebben gereden werden we met grote snelheid  ingehaald door een paarse auto en naar de douane post terug gedirigeerd. Het bleek een nepbeambte te zijn. De formaliteiten bleken in orde en we konden onze weg vervolgen. Na ruim 100 kilometer bereikten we Bulawayo, de 2e stad van Zimbabwe. Een behoorlijk groene stad. Ongeveer 15 kilometer oostelijk van Bulawayo zetten we onze tenten op in Kings’ Lodge voor twee nachten. Hier hadden we een ruim uitzicht op de sterrenhemel. Het was er echter wat heiig en vochtig en Bulawayo zorgde voor enig strooilicht.

’s Avonds togen we naar de stad om een hapje te eten in een restaurant. Liesbeth bleef achter in de lodge met als maaltijd een aantal koekjes, zij was het truckrijden goed beu en wou de omgeving verkennen. Bij het restaurant aangekomen moest Mick de truck eerst hier en dan weer daar neerzetten, hij bleef aan de gang. Het eten was best goed. Terug naar de lodge. De koudste nacht was aanstaande . De volgende morgen stond er rijp op de tenten en lazen we 2° C op de thermometer. Slapen lukte mij echter prima, want mijn slaapzak was er op berekend. De tocht naar de douche was echter geen pretje.

16 juni: Vandaag stond een game-drive naar Matobo NP en een bezoek aan de World View, het graf van Cecil Rhodes op het programma. Na een kilometer of 70 te hebben gereden in een krappe safaritruck bereikten we het park. Dit is volgens mij het mooiste park van de reis omdat het volstaat met schitterende, 3 miljard jaar oude gestapelde rotsblokken, de zgn “Balancing Stones”. We kwamen aan bij een sprookjesachtig gelegen meer met op de achtergrond genoemde rotsformaties. Verderop  lag een krokodil half in de berm van een eilandje. Even later was hij verdwenen. Hier gebruikten we de lunch. De rust werd ruw verstoord omdat men er meende een pompinstallatie te moeten aanzetten. Jos zag hier ook nog een ijsvogel (de Malachite Kingfisher, onze bekende ijsvogel). Na een uur gingen we verder door het park. We zagen er nijlpaarden, een giraffe, zebra’s, zwarte arenden, klipdassen, ijsvogels en er stak een kudde wildebeesten over, een hoogtepunt voor Jos en mij. Nog boeiender was tenslotte een close-encounter met een viertal witte neushoorns. We naderden ze in kleine groepen op zo’n 12 meter. Aangezien ze bijna blind zijn zagen ze ons niet en gingen onverstoorbaar verder met grazen, hierbij gehinderd door een vogel die in een oor wou. Fantastisch zo’n prehistorisch beest met die oeroude rotsen op de achtergrond. In dit prachtige park gingen we nog een paar rotstekeningen bekijken van de bushmen, de oorspronkelijke bewoners. Tegen zonsondergang togen we naar Worlds’View, de volgens Cecil Rhodes mooiste plek, waar hij begraven ligt. Hier bekeken we de ondergaande zon, na een betoog van de gids.

rhino3

Ga maar achter een boompje staan, dan overkomt je niets, aldus de gids (links), klik voor een vergroting

Daarna retour Kings’ Lodge, waar we een bord zelfklevende spaghetti gingen verorberen. De eigenaar stelde zijn telescoop ter beschikking. De telescoop, een 114 mm newton van Tasco, was van een matige kwaliteit. Veel stof op de spiegel en 2 oculairtjes met een heel klein blikveld. Na wat gehannes, er zat een lichte parallactische montering bij waarop de kijker niet echt vrij kon bewegen, borg ik hem snel weer op, want met Jos zijn kijker heb je een veel beter beeld en is veel handiger in het richten.

Net koeien, wel oppassen

Net koeien, wel oppassen.

17 juni: Na de tweede koude nacht reden we, na eerst Bulawayo te hebben verkend (we maakten hier kennis met doctor  Bush die ons wat wiet kwam aanbieden) en een kopje koffie te hebben genuttigd, richting Hwange (spreek uit: wénkie) NP. ’s Middags hadden we hier een gamedrive.

We zagen hier een paar keer de yellowbilled hornbill, een vogel met een toekanachtige gele snavel, 4 krokodillen bij water, een langstrekkende kudde gnoes, zebra’s, olifanten, een neushoorn. De leeuw liet zich wederom niet zien, die konden we op onze buik schrijven. ’s Avonds met Liesbeth en Jos sterren gekeken op de camping. Aan de horizon was nog de Grote Magelaanse Wolk zichtbaar (satellietstelsel van de Melkweg) met daarin de enorme Tarantula-nevel. Het was erg koud en ik heb wat oefeningen moeten doen om warm te worden. Het lukte ons om de buitenste sterren van Omega Centauri (een bolvormige sterrenhoop met ruim 1 miljoen sterren) op te lossen in de Kowa vogelkijker. Verder opnieuw de sterrenhopen en nevels in de zuidelijke melkweg bewonderd. Om ongeveer 11 uur kwam Douglas de bewaker op enthousiaste wijze een praatje maken, even later dook hij op bij het kampvuur, waar hij ons wat tips gaf, mochten wij overvallen worden bij de tent. “Is it loaded” vroeg Cor, doelend op zijn vuurwapen. “No, eh..yes” was het antwoord.

baobab vlakbij de Victorain Falls.

baobab vlakbij de Victorain Falls.

18 juni: Weer vroeg uit de veren (Douglas en partner liepen net langs tijdens een bewakingsrondje langs het schrikdraad) voor de rit naar Victoria Falls aan de Zimbabwaanse zijde van de Zambezi. Ik voelde mij ’s morgens al niet goed, waarschijnlijk een koutje gevat gisteravond. Tijdens de rit deden we nog een souvenirwinkeltje aan. Ton gooide zijn petje in de strijd en Willian tikte een giraffe van ruim 1,5 meter op de kop. Rillend van de kou bracht ik de tocht door in de truck. In de warme zon tijdens onze verkenning van de plaats Victoria Falls ging het iets beter, zo kon ik nog wel genieten van de ballonvaart met uitzicht op de watervallen (120 meter hoge vlucht). Ton ontdekte nog 2 olifanten vanuit de bak. Na de ballonvaart renden we naar een winkel waar we eclips T-shirtjes wilden kopen. Helaas, die hadden ze niet, maar wel een handig eclipsboekje.

We staken de grens over en belandden opnieuw in Zambia, waar we onze tenten wederom op camping the Waterfront opsloegen. Ik meldde mij ziek bij Suzanne en liet nog een bijtplek op mijn arm zien.

19 juni: Zij wou ivm kans op malaria geen risico nemen en de volgende morgen bezochten we een arts in Livingstone, dokter Shafik, die een betrouwbare indruk maakte. De koorts was al weer gezakt (naar 37,5 °) en mijn bloeddruk was normaal. Ik kreeg vier verschillende soorten tabletten mee, waaronder een sterker middel tegen malaria. Alcohol was uit den boze. De dokter kon geen uitsluitsel geven of ik wel of geen malaria onder de leden had. Dus ik direct een stuk of  8 pillen naar binnen gewerkt (de volgende dagen 3×6 per dag) waar ik zowat van flauw viel, zo suf werd ik ervan.

Victoria Falls.

Victoria Falls.

Later op de middag wat geprobeerd te eten, waarna nog een booz-cruise op de Zambezi volgde. Hier kon je onbeperkt drinken, wat een aanwezige Engelsman genaamd Roger nogal vrolijk stemde. Na de booz-cruise kregen we spannende verhalen te horen van de deelnemers aan het raften. Hun boot sloeg 2 keer om, gelukkig waren er geen gewonden te betreuren. Na een lange nachtrust stond de terugreis naar Lusaka (zo’n 600 kilometer) op het programma.

20 juni: Op weg naar Lusaka hadden we weer een stop in Mazabuka. We belandden opnieuw op onze eerste camping, de Pioneer. Vlakbij was een heuvel met uizicht op de zuidwestelijke horizon, voor het waarnemen van de zonsverduistering de volgende dag.

Eclips2001_2

Eclipsdag 2001, klik voor een vergroting.

21 juni: Eclipsdag! Het was wederom een onbewolkte dag! Ik voelde mij vandaag weer een stukje beter, alleen de darmen gooiden nog roet in het eten. We konden uitslapen en na een goede nachtrust maakten we ons klaar voor de eclips. Bij het testen van zijn eclipsbril probeerde Ton het beeld wat te vergroten door zijn verrekijker er voor te plaatsen. Reinder waarschuwde hem nog net op tijd dat dit geen veilig methode is: er zaten 2 brandgaten in Ton’s bril!  We gingen met het eerste groepje richting de heuvel en zochten daar een geschikte plek. We bleken niet helemaal op de centrale zone te zitten. We maakten, naast een aantal belangstellende Zambianen kennis met onze waarneemburen, twee Duitsers. Om 13:41 hadden we 1e contact, Met de verrekijker zagen we nog een aantal zonnevlekken. Langzamerhand werd het steeds sneller donker en via een Tuc koekje kon je prima de sikkeltjes afbeelden. De spanning steeg en de temperatuur daalde in de schaduw slechts 2 graden, van 21° naar 19° C. Om 15:09 was het zover. Het werd heel snel donkerder en opeens was de schaduw er, het laatste sikkeltje was aan het slinken: de diamantring verscheen en de corona kwam prachtig voor de dag, met lange uitlopers. De verduisterde zon gaf samen met de leisteenblauwe hemel een vreemde buitenaardse sfeer. Jupiter verscheen (ik dacht eerst Venus), aan de horizon was een oranje gloed te zien. Jos keek door de verrekijker en ik zocht de zon/maan  door de telescoop. Ja daar was het, naast de inktzwarte schijf zag je een grote zgn rustige protuberans, waar ik draderige details in zag. De kleur was lila/lichtroze. Aan de linkerbovenkant zag ik nog een lusprotuberans (een boogje). Jos en Ton keken ook nog door de telescoop. Het verliep allemaal veel te snel natuurlijk: weldra zag je steeds meer chromosfeer aan de linkeronderzijde en na ruim 3 minuten totaliteit priemde er een zonnestraal en verscheen wederom de diamantring en was het allemaal over, de anticlimax. Vliegende schaduwen hebben we niet gezien (ook niet op gelet). Liesbeth lette op de kleuren en op sterren rondom de verduistering en nam Sirius en Betelgeuze waar. De walkman registreerde het geluid, maar het resultaat was niet spectaculair. We bekeken de video van Jaap ter plekke en later op de camping de video van een Engelsman.  Voor het eten bezochten Liesbeth en ik nog een voetbaltrainingswedstrijd en hadden nog een gesprek met de coach van het rozenkweekvoetbalteam. Na het avondeten namen we afscheid van de sterren op het veldje waar we voor het eerst de zuidelijke hemel mochten bewonderen en brachten de laatste nacht in Afrika door.

22 juni: Vroeg opstaan voor een vogelkijk-ochtend wandeling op de camping waar we genoten van de opkomende zon boven de ochtendnevel. We maakten ons op voor de terugreis en togen naar Lusaka Airport waar een Airbus klaarstond om ons naar Nairobi te vliegen. Voor we konden opstijgen moesten we heel lang in de rij staan voor de incheckbalie, waar men de eclipsdrukte totaal niet aankon. Bij het aan boord gaan bleken de zitplaatsen vrij te zijn. Echter, een man van de andere Baobab groep bleef zijn plekje aan het raam claimen en belemmerde ook nog eens het looppad. De Indische vrouw die zijn plaats had “gestolen” begon te gillen omdat de onreine man naast haar wou zitten, waarna een stewardess aangesneld kwam, die met haar in gesprek ging. De Indische vrouw bleef zitten waar ze zat en de onreine man droop af naar elders.

Tegen zonsondergang landden we op Nairobi Airport waar we een uur of zes moesten doorbrengen. We maakten van de gelegenheid gebruik door nog wat souvenirs te kopen en wat te eten. Om ca. 23 uur stegen we op in een McDonnell Douglas MD-11 vliegtuig voor de lange vlucht naar Schiphol.

23 juni: Ik zat naast een Amerikaanse mevrouw die op safari in Kenia was geweest met haar dochter. Zij zou pas de volgende dag om 3 uur ’s middags aankomen in Los Angeles. Slapen lukte totaal niet in het vliegtuig, ook niet na het zien van een paar flauwe komedies.  Aangekomen op Schiphol vroeg een man bij de gate of we een bom bij ons hadden. Na de koffers te hebben bemachtigd namen we afscheid van de groep en kwamen we in aanraking met de jungle van de NS, wat resulteerde dat we nog een uur op Schiphol moesten blijven. Via Amsterdam Centraal overstappen naar Amersfoort en naar Groningen. We werden wakker gehouden door een vrouw die haar 2 kinderen totaal niet onder controle had en regelmatig haar handen liet wapperen.

Met de taxi waren we uiteindelijk pas om half elf thuis.

Waarnemingen:

beijeneter2

White-fronted Bee-eater, toch nog herkenbaar. Klik voor een vergroting.

In de volgende tabel staan de vogels die ik met zekerheid heb gedetermineerd. Ik heb wel meer soorten gezien, maar zou niet weten welke. Ondere andere nog een onbekende gier, sperwer en vele andere soorten. Alle namen staan vermeld in het engels, het is namelijk onmogelijk om alles te vertalen in het nederlands. Stuur me maar een mailtje als je er niet uitkomt. Voordat ik op vakantie ging heb ik een lijst gekregen van vogelnamen in verschillende talen. Deze kan ik dus op verzoek met doormailen.

Hetzelfde geldt voor de dieren onder de lijst, hier heb ik overigens geen nederlandse namenlijst van.

Vogelnaam Plaats Verklaring
Ostrich MW M = Makgadikgadipans
White Pelican M W = Hwange N.P.
Grey Heron D D = Different places
Cattle Egret NZ N = Nairobi Airport
African Fish Eagle ZC Z = Zambezi
Bataleur Eagle C C = Chobe N.P.
Black-chested Snake-eagle MH Ma = Matopo N.P.
Black Eagle Ma L = Lusaka
Blacksmith Plover D Li = Livingstone camping
Blackwinged Stilt M
Water Dikkop Z
Malachite Kingfisher Ma
Pied Kingfisher CZ
Woodland Kingfisher Z
Whitefronted Bee-eater D
Lilacbreasted Roller D
Pied Crow D
Blackeyed Bulbul D
Heuglin’s Robin D
Bleating Warbler D
Longtailed Shrike HC
Longtailed Starling C
Redbilled Oxpecker CHMa
Hamerkop CZ
Hadeda Ibis Z
Spoonbill M
Greater Flamingo M
Egyptian Goose D
Redbilled Francolin C
Helmet Guineafowl CMa
Redknobbed Coot D
African Jacana Ma
Cape Turtle Dove D
Senegal Coucal H
Spotted Eagle Owl C
Cardinal Woodpecker C
Yellowbilled Hornbill D
Ground Hornbill D
Blue Waxbill D
Crimsonbreasted Shrike H
Black Kite N
Black Redstart L

Naast deze vogels heb ik de volgende dieren gezien: African Elefant, Hippo, Giraffe, Warthol, Buffalo, Kudu, Blue Wilde Beest, Sable, Waterbuck, Impala (in alle parken), White Rhino (MH), Zebra, Black-backed Jackal, African Civit(C), Small Spotted Genet(C), Banded Mongoose, Chacma Baboon, Vervet Monkey(LiH), Tree Squirrel, Springhare(C), Nile Crocodile (MaCZ), Klipdassen (Ma).

Leuk was het om een aantal beesten zoals de Warthols, Vervet Monkey’s, Squirrel en Mongoose over de camping te zien wandelen. Vooral bij Chobe was dit het geval. De minste dieren zagen we in Zambia. Pas toen we aan kwamen in Botswana werd het interessant en zagen we de eerste olifant aan de kant van de weg en gieren in de lucht zweven.

Het mooiste was het oversteken van een kudde van zo’n 30 olifanten over de weg. Tevens was de ontmoeting met de neushoorns van dichtbij erg indrukwekkend.

Elefant

Fotogenieke Olifant.

Gepost in Natuurverslagen_Buitenland | Reacties uitgeschakeld voor 2001 Eclipsreis Afrika

2006 Eclipsereis Egypte

25
januari
Natuurverslagen_Buitenland — Reacties uitgeschakeld voor 2006 Eclipsereis Egypte


Een verslag van dag tot dag van de rondreis door Egypte van 25 maart tot en met 4 april 2006, door Lourens.
Vogelinfo door Jos.

25 maart (dag 1):Deze eerste dag vlogen we van Amsterdam naar Caïro (meer dan 15 miljoen inwoners, ook genoemd de moeder aller steden, de grote stofzuiger, the big mango, gesticht op 19-7-4241 voor Chr). Het begin van de reis was al vliegen voor we in het vliegtuig zaten. Alle stoplichten stonden langdurig op rood, maar dank zij het doortastende rijgedrag van Jos z’n vriendin Karin haalden we de trein. Op Schiphol zagen we Floortje Dessing en Danny Rook staan, ze bleken in hetzelfde vliegtuig als wij, een krap zittende (in de e-class) Boeing 777. Jos en ik konden o.a. kiezen uit een film over Howard Carter op ons persoonlijk videoschermpje. Zonder vertraging kwamen we om 0:30 aan op het vliegveld in Caïro, waar we kennis maakten met onze reisleider Chris-Jan en onze groep van 24 personen. Floortje ging de aankomst van haar tas filmen. We werden met de bus opgehaald door “grote” Achmed, de local agent (of zoiets). Onderweg kregen van Chris-Jan uitleg. Ik verbaasde me over het grote aantal moskeeën (plus minaretten) die we rijdend door Cairo tegenkwamen. Het gaf een aparte oosterse sfeer. Ongeveer 2:30 kwamen we aan bij het Pharaos Hotel, en onder het genot van een rood vruchtendrankje (het bleek thee te zijn) kregen we nog meer uitleg.

26 maart (dag 2):Na een korte nacht stonden we om 8 uur op en vertrokken we, nadat we de eerste bonte kraaien, huismussen, zilverreigers en koereigers zagen, met de bus naar de Mohammed Ali moskee, gebouwd van 1824-1848 op de Citadel (12e eeuw) van Caïro. We zagen dat de hofklok voor Egypte niet zo’n goeie ruil was met de obelisk.

(c) 2006 jcdv - de Koptische wijk

(c) 2006 jcdv – de Koptische wijk

De Koptische (christelijke) wijk mocht niet ontbreken natuurlijk en we kwamen op plaatsten waar de heilige familie (Maria, Jozef en Jezus) zou zijn geweest. ’s middags kwamen we aan bij het Egyptisch Museum. Hier kwam het tot een scheiding van onze gids en onze reisleider, Chris-Jan (hierna CJ). Eerstgenoemde zou zich door de duurdere restaurants laten sponsoren. In het museum hebben we fantastische dingen gezien, zoals de schat van Tutanchamon en de mummiekamer, waar uiteraard de grote Ramses II centraal was opgesteld. Aan het einde van de middag konden we nog net twee piramiden zien op het dak van het Hilton, waarna we beneden nog een biertje gingen drinken. We zagen nog een grijze buulbuulachtige vogel met zwarte kop. Toen we terug wilden kwam de taxichauffeur en een neppapyrustekeningenverkoper ons al tegemoet. Ik liet me wat van die rommel aansmeren en even later kwamen we bij het hotel aan. ´s Avonds was er een lekkere maaltijd in het hotel.

(c) 2006 jcdv - de Piramides vanuit Cairo.

(c) 2006 jcdv – de Piramides vanuit Cairo.

27 maart (dag 3):Deze morgen togen we met de groep richting Sakkara. Onderweg zagen we in de ochtendmist de piramiden van Giza opdoemen. In Sakkara aangekomen bekeken we de oudste (trap) piramide, en het eerste grote stenen monument ter wereld, de piramide van Djoser uit de 27e eeuw voor Chr, ca 60 meter hoog. Hier liet een groene bijeneter zich even zien. Daarna gingen we naar het vlakbij gelegen Memfis en Mitrahina, hier was een museum met liggende kolos van Ramses II en een beeldentuin. Van Memfis, de eerste hoofdstad van Egypte (gesticht. 3100 v. Chr.) was niet veel meer over.
’s Middags was het tijd voor de piramiden van Giza (2500 v. Chr) , na de lunch aldaar met uitzicht er op. Hier hebben we veel foto’s gemaakt. Een “behulpzame” Egyptenaar liet ons op de rug van een dromedaris zien hoe we de piramiden er alle drie op konden krijgen, helaas wel tegen de zon in. Deze tip plus kameelrit (een meter of 100) was uiteraard niet gratis. Te weinig geld was “not good for the camel”. We hebben met name de twee grootste piramiden van alle kanten bekeken, behalve van binnen. Die van Cheops kon je zelfs een stukje beklimmen. Van dichtbij zie je pas hoe enorm groot ze zijn. Heel indrukwekkend.

(c) 2006 jcdv - de Camelbrothers, we zijn er weer ingetrapt.

(c) 2006 jcdv – de Camelbrothers, we zijn er weer ingetrapt.

We wilden eigenlijk nog binnenin een piramide zien te komen, maar dat is niet gelukt. Het leverde alleen stress op, want we wilden de bus nog wel halen. Ook dat lukte ons niet. We besloten toen maar rustig op het terras met een drankje naar de piramidenen ondergaande zon te gaan kijken. Dat betekende dat we met de taxi terug moesten naar het hotel. We spraken af LE 35,00. Helaas wisten we het adres niet, alleen de naam van de wijk. Na een uur rijden en een aantal bijna-ongelukken arriveerden we bij hotel Pharaos. De prijs was opeens LE 100,00. Vooruit maar weer, we hadden behoorlijk omgereden. Nee, afdingen moesten we nog leren. ´s avonds moesten we nog boodschappen doen. We probeerden tussen de regendruppels en plassen door te lopen, er viel namelijk een beste bui!

28 maart (dag 4):Vroeg opstaan om 6 uur en om 7 uur vertrekken voor de lange rit van 400 km naar El Sallum, waar we de zonsverduistering zouden zien. Het koste wel een uur om Caïro uit te komen, wat een enorme stad! Vooral onder viaducten lagen enorme plassen water van de zware bui van gisteravond. Langs een vrij saaie rit door het woestijnlandschap met een paar plaspauzes arriveerden we ´s middags in Marsa Matruh om onze lunch te nuttigen. Ook gingen we even pauzeren aan het strand. Het water met de mooie turkooise kleur was minder koud dan ik dacht. Jürgen ging zelfs even zwemmen. Hoewel het aantal soorten vogels erg tegen viel aan de kust (slechts hier en daar een huismus / zwaluw) zagen we toch nog twee velduilen en kiekendieven langs vliegen wanneer we even langs de weg pauzeerden. ´s Avonds kwamen na een rit van een uur of 9 eindelijk aan in El Sallum. CJ wist heel veel van astronomie, hij zei dat we op het bergplateau, waar het waarneemkamp voor de eclips was opgesteld, zo dichter bij de zon zouden zijn. Na een slingerweg naar boven kwamen we aan op het met kleurige vlaggen getooide waarneemkamp. Je konaldaar kiezen tussen een tweepersoonstent of een plekje in de grote bedoeïenentent. Net toen we onze tweepersoonstent hadden ingericht, bleek dat deze al aan een andere groep was beloofd. Dus, alle spullen er weer uit, en een plekje zien te bemachtigen in de bedoeïenentent.

Eclips_Helicopters_ 020

(c) 2006 jcdv – Belangrijk bezoek, waaronder Moubarak, Charles en Camilla.

Natuurlijk ook maar es even naar de wc. Deze bleken (toen nog!) prima in orde. De muren waren zelfs betegeld! Na het avondeten in deze tent gingen Jos en ik de buurt verkennen en stuitten we op een live optreden van een Egyptische groep. Leuk! In een andere grote tent was ook muziek, We zagen ook een paar danseressen. Interessant, verrekijker er bij! Want daarna was het sterrenkijken geblazen en lekker struikelen over de scheerlijnen. Maar wel gezellig.
Ed werd nog geïnterviewd door RTL Travel. Hij probeerde door 3x het woord sex te noemen in de uitzending te komen, wat ook lukte!
Sommigen hadden hun telescoop of verrekijker opgesteld. Jos ook. Jupiter liet z´n vier grootste maantjes zien, en Orion z´n nevel. Daarna onze slaapzakken uitrollen. We moesten wel oppassen voor het in de weg liggende hoofd van Jürgen. Achteraf vond ik het wel gezelliger in zo´n grote Arabische tent. Ik werd alleen wel bijna doof van het gesnurk van Huub. Later bleek hij ook heel gezellig te kunnen converseren en acteren, hierover verderop meer.

29 maart (dag 5) : Eclipsdag!

(c) 2006 jcdv - Telescopen en bewaking op de Eclipsdag

(c) 2006 jcdv – drukte op de Eclipsdag

Na een prima nachtrust bleek bij het opstaan direct twee tegenvallers. Ik had op mijn mobieltje geslapen, en met m´n hoofd 3x de verkeerde pincode ingekopt. En de pukcode had ik natuurlijk niet bij me…dus had ik niks meer aan m’n mobiel voorlopig. De andere tegenvaller was de opkomende bewolking. Het zag er slecht uit. Gelukkig lostte dit op tijd op. We gingen op zoek naar onze waarneemplek voor de eclips. Verder zagen we ook nog Japanners, Amerikanen, Egyptenaren, Fransen, Duitsers, Belgen en Italianen. Vooral de japanners hadden indrukwekkende apparatuur meegenomen. Floortje Dessing en haar RTL-team zijn hier ook weer aanwezig, CJ was helemaal door het dolle heen van de eclips (en van Floortje). We kwamen naast Waldorf en Stadler, ehh, Frans en Huub, te zitten. Laatstgenoemde kreeg een fatamorgana aanval ivm met een opkomende koorts. Hij wist zeker dat ie een roofvogel zag bewegen achter bosje. Jos had z´n vogeltelescoop met een filter opgesteld waarvan, vooral CJ gretig gebruik maakte. Na een hoop foto´s, vooral van CJ zelf kwamen Jos en ik maar net toe aan het rustig waarnemen van de totaliteitsfase. Maar het was een fantastische ervaring van bijna vier minuten, we zagen een schitterende corona met links en rechts streamers, boven en onder duidelijke poolstralen, 2x diamantring, en hier en daar een stukje roze chromosfeer, eerst linksboven, daarna rechtsonder.Wat een mazzel. Drie keer achter elkaar een geslaagde eclips gezien. Bulgarije 1999, Zambia 2001 en nu Egypte 2006.

Aanwezige vogels: tapuiten (verschillende, blonde?), grauwe kiekendief (man & vrouw), kleine plevier?, hop, veldleeuwerik, huismus (natuurlijk), geen bonte kraaien. Na de lunch vertrek richting Marsha Matruh, om daar te overnachten. Huub bracht deze reis door op achterbank van de bus. Hij had koorts en last van z´n maag.Tegen zonsondergang was er nog even de gelegenheid om aan een rotsstrandje Leendert te zien rennen, strippen en zwemmen en Pybe te zien plassen. ´s Avonds hadden we onze humor nodig om ons te wapen tegen de Egyptische bureaucratie en onwil. CJ kreeg het zwaar te verduren en had zelfs z´n collega van de andere groep nodig om ons te overtuigen dat het niet aan hem lag maar aan de tegenwerking (bureaucratie) van de Egyptenaren om de groep fatsoenlijk van nachtrust en vooral een douche gebruik te kunnen maken. Slapen in een bedoeïenentent en de volgende morgen douchen (eerst naar de wc !!!) in een hotel, waar sommigen ook sliepen.Voor het slapen gaan genoten (?) we in M.M. nog in een niet helemaal schoon restaurantje van een hapje waar we eclips t -shirts kochten en in de tent nog even van wijn, zang en dans samen met de tentbouwersband en hun trommel.

’s morgens om een uur of 5 konden we genieten van een kakofonie van gebedsgezangen als waren we beland in een boze arabische droom.

(c) 2006 jcdv - Hop in de tempel van Luxor

(c) 2006 jcdv – Hop in de tempel van Luxor

30 maart (dag 6):Opstaan, ontbijten en spullen pakken voor de lange terugreis naar Caïro. Leendert maakte nog minimaal drie rondjes bij de tent om te zien of hij echt niks is vergeten om tenslotte in de bus te gaan. We bezochten twee oorlogsmonumenten bij El Alamein. Eerst, onder protest van Frans (“ik pis op Rommel !”), het Duitse.Jürgen, die Duitser is, bood daarna in de bus zijn excuses aan namens zijn landgenoten. Dit werd zeer gewaardeerd. Daarna werd alsnog besloten ook de begraafplaats van de geallieerden te bezoeken.
Bij Caïro aangekomen doemden de piramiden weer op. Dit leverde, met het groene landschap en palmbomen op de voorgrond, mooie plaatjes op. Ondertussen werd er heftig gezwaaid door en naar passerende Egyptenaren op de snelweg. ’s Avonds togen we naar de Khan-al Kahlili, de “moeder van alle bazaren”, waar we de aandacht trokken van een groepje Egyptische meisjes (leuk!) en aten we een vegetarische maaltijd, bij het plein met naastgelegen moskeeën. Later die avond tijdens het wachten op het station voor de trein naar Luxor bood de plaatselijke agent, (achteraf niet zo) grote Achmed, op dringend verzoek van CJ zijn excuses aan voor zijn ernstig falen. Leendert liep op twee ongelijke schoenen en was een ander paar kwijt…De volgende9 uur brachten we de nacht in de luxe trein door en probeerden we wat te slapen.

31 maart (dag 7):Lekker uitgerust aangekomen op onze hotelkamer in Luxor besloten we eerst te gaan slapen. Ik had ook last van een slechte stoelgang (buikgriepje) voor de rest van de reis. Nu echt uitgerust, wilden we om 13 uur de stad in, maar Huub bracht ons op een ander idee, na ons een kleurrijk verhaal verteld te hebben wat te maken had met een fietsbel en oppassen in een winkeltje. Hij wees ons op het dakterras, alwaar we de rest van de middag verbleven. We zagen van daar uit de tempel van Luxor, die van Karnak en zelfs de tempel van Hatsjepsoet staan. Het zwembad was lekker fris. ’s Avonds gingen we eten in Ali Baba’s in Luxor en lieten ons afzetten in een souvenirwinkeltje met een “serieuze” kunstenaar (“we are artists”, verkoper van stoffige, snel breekbare beeldjes.

(c) 2006 jcdv - Pilonen van Karnak

(c) 2006 jcdv – Pilonen van Karnak

1 april (dag 8):Deze ochtend was gepland voor een uitstapje naar de westoever. We hadden een nieuwe gids, Hassan, deze was zeeeeer enthousiast (adhd?) en vond Duitsers maar arrogant. Gelukkig voor hem was er maar één Duitser aanwezig in onze groep. Hassan gooide het toen maar over een andere boeg. Achtereenvolgens bekeken we de tempel van Hatsjepsoet, de Koningsgraven, en de graven van de arbeiders en de vallei van de koninginnen, en prinsen. In de graven waren kleurrijke reliëfs te zien van hiërogliefen. Zeer indrukwekkend. Helaas ging het allemaal wat snel, wegens het drukke tijdschema. De graven welke we ingingen waren (volgens mij, verbeter me als het niet klopt) die van Ramses VI, koningingin Nefertari, Amonherchopsjef en Seti I, wiens graaf wel 100 meter lang is. Die van Tutanchamon daar moest je apart voor betalen, die sloegen we over, maar hier was ook niet zo veel te zien als in de andere tombes.
We gebruikten een uitstekend verzorgde lunch bij een rustig restaurantje op de westoever. Daar beneden zagen we nog een nile valley sunbird, deze had wel wat van een kolibrie. Verderop, toen we naar de veerboot liepen was er een hop te zien. Ook waren we getuige van een groepje ruziënde Egyptenaren, er werd nog een rake klap uitgedeeld. ’s Middags waren we vrij en gingen Jos en ik de tempel van Luxor bekijken. Vlak daarvoor lieten we bij een souvenirwinkeltje een lepeltje ingraveren voor onze mama, Het lepeltje haalden we de volgende dag op. ’s Avonds stond de tempel van Karnak op het programma, waar we met de een veerboot naar toe gingen en een retourtje regelden. CJ was met de schipper flink aan het onderhandelen over de prijs. Karnak zag er in het donker onder de sterrenhemel erg indrukwekkend uit. De licht- en geluidshow was interessant.

(c) 2006 jcdv - Sfinxen in Karnak.

(c) 2006 jcdv – Sfinxen in Karnak.

Na de show verzamelden we het geld voor de terugreis met dezelfde boot. De schippers moesten eerst wakker gemaakt worden. Aan de wal gekomen gingen we nog even ons gegraveerde lepeltje ophalen. De jongens in de winkel vroegen ons hoeveel vriendinnen we hadden. We gingen niet meer eten, en gingen na een groot glas vers geperste sinaasappelsap slapen.

2 april (dag 9):Deze morgen was een ballonvlucht georganiseerd boven de westoever. Jos en ik hadden ons niet opgegeven. Toen we later de foto’s zagen had ik daar wel spijt van. Om een uur of 9 gingen we met z’n allen per fiets naar de tempel van Karnak (gebouwd vanaf ca 1550 v. Chr.) Hier aangekomen begon onze gids Hassan direct weer als een bezetene van alles uit te leggen. Karnak bleek een enorm grootcomplex te zijn (400 ha). Elke farao van betekenis heeft hier een stukje aan bijgedragen, en hier en daar (Toetmosis III) wat vernield (van Hatsjepsoet). We zagen o.a. de processieweg met ramsfinxen, de enorme eerste pyloon, de tempel en kolos van Ramses II in het voorhof, de schrijn van Seti II.

(c) 2006 jcdv - In het treintje op weg naar de tempel van Hatsjepsoet

(c) 2006 jcdv – In het treintje op weg naar de tempel van Hatsjepsoet

Ik vond vooral het woud van 140 enorme zuilen indrukwekkend (grote Hypostylezaal) , hier en daar waren de kleuren nog goed intact. Verderop twee obelisken, van Toetmosis II en koningin Hatsjepsoet. De top van haar 2e lag in de buurt van het heilige meer. Bij het meer was een ijsvogel te zien. We liepen 5 rondjes om de grote scarabee, om wat geluk op te doen, waarna we vrij waren. Verderop was nog veel meer te zien.
Vroeg in de middag fietsten Jos en ik terug met Jürgen om een ijsje te gaan eten bij de McDonald’s, een traktatie van de jarige Bas. Ook gingen we nog even weer naar de tempel van Luxor, want we waren de sfinxenlaan vergeten. Daar stak toevallig net een wervelstofwolk langs. Het ging te snel om een foto te maken. Aan het eind van de middag maakten we met een klein groepje een fallukatochtje (idee van CJ) naar het Bananeneiland. Jos had zich door de schipper laten overhalen om naar het eiland te gaan (hij heeft dit nog wel overlegd met Jürgen en Johan, toen CJ lag te slapen), maar hield zich wijselijk stil toen CJ hier mee werd geconfronteerd. Het was eigenlijk alleen de bedoeling om foto’s van de ondergaande zon te maken. Dit verliep zeer moeizaam. CJ deed erg z’n best om het perfecte plaatje te maken. Deze laatste avond in Luxor gingen we (met bijna de hele groep, CJ wou persé naar Ali-Baba) lekker eten in een gezellige tent aan het water. De sfeer was prima, en er werd veel gelachen.

3 april (dag 10):De hele dag stond in het teken van de terugreis met de trein naar Caïro, en de nacht daar op terug vliegen naar Amsterdam.

(c) 2006 jcdv - Kleine Zilverreiger vlieg over de Nijl bij Luxor

(c) 2006 jcdv -Kleine Zilverreiger vlieg over de Nijl bij Luxor

In de trein zagen we een vreemd tafereel. Een belangrijk uitziende man werd constant gevolgd door twee bedienden. Vanuit de trein konden we genieten van het mooie vruchtbare landschap langs de nijl, met op de achtergrond de altijd nabije woestijn. In Caïro gingen we ’s avonds nog dineren in het Caesar Hotel, waarna onze enthousiaste reisleider in het zonnetje werd gezet in de vorm van een bonte avond, vakkundig gepresenteerd door Frans. Eerst een toespraak van Leendert, daarna nog een muzikale bijdrage van het “gezinnetje” plus Jürgen op het “strijkinstrument”, en als top of the bill, Huub in een glansrol met een perfecte satire op Hassan de gids. Na het eten gaf CJ nog een fotoshow weg, met een selectie van de mooiste foto’s. Daarna het laatste busritje, naar het vliegveld. Leendert had weer eens moeite om afscheid te nemen.

4 april (dag 11):’s Ochtend om een uur of 8 landden we op Schiphol, waar we nog even nakletsten met Ed en Bernarda, waarna we met de trein terugkeerden in Groningen. Toen begon m’n buikgriepje pas echt door te zetten….

Geraadpleegde bronnen:-Wat & Hoe reisgids Egypte– MarcoPolo reisgids Egypte

Waarnemingen

Door Jos de Vries

(c) 2006 jcdv - Nile Valley Sunbird - langs de Nijl bij Luxor

(c) 2006 jcdv -Nile Valley Sunbird – langs de Nijl bij Luxor

Wat vogels betreft viel het een beetje tegen tijdens deze reis. Aan de Middelandse Zee was op een paar mussen na geen enkele vogel te zien. Iets verder van de kust gelukkig wel, daar zag ik o.a. twee jagende velduilen. Langs de Nijl was meer te ontdekken en als ik alleen voor de vogels kwam had ik zeker meer kunnen zien. Tijdens de zonsverduistering zag ik veel tapuiten op het veld tussen Egypte en Libië.

Nile Vally Sunbird Luxor / Nijl
Bonte Kraai Cairo / Luxor
Huismus Overal
Tapuit El Sallum (Eclipsplaats)
Bonde Tapuit El Sallum
Hop Luxor / Cairo / El Sallum
Zwarte Wouw Cairo
Woenstijnvink Kingsvalley
Slangearend Piramides van Gizeh
Bonte IJsvogel Nijl / Karnak / Cairo
Grote Zilverreiger Nijl / Karnak / Cairo
Kleine Zilverreiger Nijl
Koereiger Cairo
Purperreiger Nijl
Grauwe Kiekendief Noordkust
Velduil Noordkust
Veldleeuwerik El Sallum
Groene Bijeneter Piramides van Sakarra

Gepost in Natuurverslagen_Buitenland | Reacties uitgeschakeld voor 2006 Eclipsereis Egypte

2004 Portugal – Algarve

25
januari
Natuurverslagen_Buitenland — Reacties uitgeschakeld voor 2004 Portugal – Algarve


Datum: 13-20 augustus 2004 Plaats: Algarve

Turkse tortel in Algarve

Turkse tortel

Verslag

Het doel van mijn vakantie was niet in de eerste plaats vogels kijken, maar genieten van het warme weer en het strand. Natuurlijk gaat een vogelaar dan ook even kijken wat er zoal aan vogels te zien is in Portugal. Van andere vogelaars had ik gehoord dat het toeristische Algarve niet de beste plaats is om te vogelen. Daardoor waren mijn verwachtingen niet al te hoog.

Wielewaal in Portugal

Wielewaal in Portugal

Vrijdag 13 augustus:

Om ongeveer 20 uur kwamen we aan in ons appartement. Het hotel lag ten westen van de plaats Albufeira. In de buurt van het strand Praia da Galé. Onderweg van Faro naar Albufeira telde ik slechts 10 vogels, waarvan ik alleen de turkse tortel herkende. Zo te zien waren de turkse tortels de meest voorkomende vogels in de Algarve. In de ochtend zag je vaak kleine zilverreigers en koereigers overvliegen. Natuurlijk waren er ook huismussen, die je bijna overal tegenkomt. Ik had nog gehoopt op een spaanse mus, maar die kon ik helaas niet ontdekken.

Koereigers op de droge vlakte in Portugal

Koereigers op de droge vlakte in Portugal

De eerste avond in ons appartement leek meteen al veelbelovend. Vanaf het balkon hadden we uitzicht op een bouwplaats, golfterrein en een droge vlakte. Ook was een stukje strand te zien en plaatsen ten westen van Praia de Galé. Hier zagen we de eerste kleine zilverreigers overvliegen. Herkenbaar aan de gele voeten. Ook zag ik andere witte reigers vliegen die later koereigers bleken te zijn. Een verdieping boven het appartement lag het dakterras waar het uitzicht zelfs nog beter was, dan vanaf ons balkon.

Op de bouwplaats (met elf kranen!) werd gewerkt van zeven uur ’s morgens tot ongeveer zeven uur ’s avonds. Wat de waarnemingen en foto’s niet ten goede kwam. De vogels waren daardoor erg onrustig en moeilijk op foto te zetten. lleen zondag was het rustig op de bouwplaats, maar zelfs toen zagen we nog enkele bouwvakkers timmeren. Vanaf het dak waren putters te zien en hoorden we de bekende dudeljoo-geluiden van de wielewalen. Tevens zagen we een rietzanger en een merel.

Zaterdag 14 augustus:

Ik ging vroeg opstaan om vanaf het balkon vogels te spotten en zag zo’n beetje dezelfde soorten als de vorige dag. Bij de golfbaan zat een groepje meerkoeten en op de droge grond liepen  kuifleeuweriken. Grappig om ze te zien rennen over de droge grond. Ze lieten zich niet wegjagen door de werkers. Tijdens een autorit meende ik ook in een flits steltkluten te zien bij de golfbaan.

Rietzanger in Portugal

Rietzanger

Zondag 15 augustus:

Eindelijk rust op de bouwplaats en dit kwam de waarnemingen ten goede. Ik stond vroeg op en keek op het balkon. Ik zag al vrij snel een hop vliegen in de richting van de zee. Dit is voor mijn een nieuwe soort en ik was dus erg blij om deze vogel een keer te zien. Op dezelfde dag zag ik ook een groep vogels naderen, die ik herkende als europese flamingo’s. Naar mijn schatting waren het een stuk of 50, ze landen na een paar minuten achter de golfbaan, waar ik ze niet meer kon zien.

maandag 16 augustus:

’s Morgens zag ik een klapekster op een lantaarnpaal en overvliegende ooievaar. Tussen de overvliegende zilverreigers, ontdekte ik een grote zilverreiger met zijn lange zwarte poten. De wielewalen waren ’s avonds ook weer te horen. In het struikje waar de rietzanger zich bijna elke liet zien zat nu een groepje sint-helena-fazanten. Door de bouwaktiviteiten waren deze vogels nogal onrustig en daardoor onmogelijk op foto te zetten. Wel lukte het mij om een foto te maken van de rietzanger. Een vrouwtje wielewaal liet zich ook eindelijk een keer zien en die kreeg ik ook op foto. Helaas met tegenlicht, maar toch duidelijk herkenbaar.

Het meer achter de golfbaan

Het meer achter de golfbaan

Dinsdag 17 augustus:

Na een korte autorit ontdekten we de plaats waar de flamingo’s van zondag geland waren. Dit was een meer en een goede plek voor vogelaars. We keken uit op 74 flamingo’s, 10-tallen steltkluten, 1 bontbekplevier, 1 blauwe reiger, 3 grutto’s, 4 ooievaars, vele kleine zilverreigers, koereigers, meerkoeten, kokmeeuwen en waterhoentjes.

Europese Flamingo
Europese Flamingo
Europese Flamingo

Woensdag 18 augustus:

Deze dag besloten we naar de stad Faro te gaan waar het nationaal park Rio da Formosa ligt. Dit ligt ten zuiden van Faro en is vergelijkbaar met de wadden. Ik had van een andere vogelaar al gehoord, dat dit erg toeristisch was, maar wilde toch zelf even een kijkje nemen. We maakten daarom gebruik van de speciale boottrip naar dit park. Op de boot kregen de deelnemers verrekijkers aangeboden van het merk Ansco (7×50, geen aanrader, tenzij je gek bent op hoofdpijn). Gelukkig had ik mijn eigen kijker bij me. Op de boot was ook een man die zijn eigen Swarovski EL bij zich had. Vreemd genoeg keek hij niet één keer door deze kijker. Misschien had hij de handleiding niet gelezen. Waarschijnlijk wordt deze Swarovski binnenkort aangeboden op Ebay.  De boottrip was waardeloos. Tijdens de vaartocht moest je snel kijken om soorten te ontdekken. Ik had verwacht dat we te voet het eiland gingen verkennen, maar dat had ik mis. We kregen bij een bar een drankje aangeboden en gingen meteen daarna meteen weer terug naar de boot voor de terugreis. Op het eiland zaten mensen te zonnebaden en te vissen. Wel kon ik nog mooi een dwergstern zien duiken naar visjes. Soorten die we onderweg naar het eiland zagen waren: ooievaar, dwergstern, noordse stern, scholekster, blauwe reiger, kleine zilverreiger, regenwulp, huismus, lepelaar, drieteenstrandloper.

Na de boottrip gingen we nog even de stad Faro in, hier zagen twee ooievaarsnesten (zie foto’s) en een verdwaalde kauw.

Ooievaars in Faro

Ooievaars in Faro

Ooievaars in Faro

Ooievaars in Faro

19 & 20  augustus:

Deze dagen was er weinig bijzonders te zien in vergelijking met de vorige dagen. Wat je regelmatig zag vliegen waren groepjes koereigers en kleine zilverreigers, turkse tor tels, huismussen, gierzwaluwen, boerenzwaluwen en huiszwaluwen. Soms een kuifleeuwerik. ’s Avonds lieten de wielewalen zich regelmatig horen. Opvallende afwezigen waren de roofvogels. Ik heb met moeite een buizerd e n een onbekende valk kunnen ontdekken. Dat viel dus wel tegen.

Door de warme temperatuur was het over dag niet erg prettig om vogels te kijken, je moet namelijk uitkijken dat je niet verbrandt in de zon. Waarsc hijnlijk is het prettiger om in september te gaan vogelen in Portugal, als het wat koeler is. Maar toch ben ik tevreden. Weinig soorten (totaal 40) maar vooral door de flamingo’s en de hop (de hoogtepunten van mijn vakantie) werd het toch een geslaagde vakantie.

Soortenlijst
Algarve (vanaf het Hotel): putter, wielewaal, turkse tortel, rietzanger, groenling, kleine zilverreiger, grote zilverreiger, koereiger, huismus, merel, meerkoet, geelpootmeeuw, kuifleeuwerik, sint-helena-fazantje, flamingo, hop, ooievaar, klapekster, gierzwaluw, boerzwaluw, huiszwaluw.

Algarve (golfbaan): meerkoet, waterhoentje, dodaars, wilde eend, steltkluut, huismus, grutto, oeverloper.

Algarve (meertje achter de golfbaan): rietzanger, kleine zilverreiger, koereiger, huismus, meerkoet, geelpootmeeuw, kuifleeuwerik, flamingo, ooievaar, gele kwikstaart, boerenzwaluw.

Rio da Formosa: ooievaar, dwergstern, noordse stern, scholekster, blauwe reiger, kleine zilverreiger, regenwulp, huismus, lepelaar, drieteenstrandloper.

Overige plaatsen: bijeneter (3 op een telefoondraad), tapuit (bij een klein plasje).

Faro: huismus, merel, kauw(1), turkse tortel, stadsduif, ooievaar, geelpootmeeuw, gierzwaluw.

Gepost in Natuurverslagen_Buitenland | Reacties uitgeschakeld voor 2004 Portugal – Algarve

2007 Ierland

25
januari
Natuurverslagen_Buitenland — Reacties uitgeschakeld voor 2007 Ierland


Datum: 10 t/m 23 december 2007    Tekst/Opmaak/foto’s: Jos de Vries

2007-10-12 Van Dublin naar Cork in 13 dagen

Reis door Ierland (c) Maps Google

Verslag door Jos de Vries

Samen met mijn vrouw ben ik 13 dagen naar Ierland geweest. Dit is een verslag van de belevenissen van onze huwelijkreis.

10 december:Aankomst in Dublin om 13:45, lokale tijd. In Ierland kunnen we de klok een uur terugzetten. Het lijkt dus of we een half uur hebben gevlogen. De echte reistijd is 1

uur en 20 minuten. De eerste vogel die ik zie is een roek, op de huurauto. De huurauto is een Toyota Corolla, met enkele deuken aan de achterkant. Verder zien we eksters,

huismussen en spreeuwen. Helaas kunnen we ons navigatiesysteem TomTom niet gebruiken om te navigeren, dus wordt het kaartlezen. We hebben nog geen goede kaart van Dublin en de

borden zijn ook even wennen. Als je de straat in rijdt, dan zie je pas het bord.

2007-12-10_00104_Dublin (Small)

Koffie bij de B&B in Dublin (c) jcdv 2007

We rijden dus eerst verkeerd en komen uit in de haven, waar we mooi uitzicht hebben op de kust. Veel tijd om te genieten hebben we niet, want voor het donker willen we onze B&B vinden. Uiteindelijk komen we daar om 17 uur aan. In de wijk Crossmore. Een gezellig oud vrouwtje verontschuldigd zich dat de verwarming het niet doet. Gelukkig had ze nog een elektrische kachel. Later horen we de loodgieter en doet even later de centrale verwarming het weer. We krijgen koffie met koekjes en een soort Bros-reep. We rusten uit en gaan later nog even naar de supermarkt. Daarna slapen.

11 december: om 9 uur ontbijt met bacon, worstjes, toast en cornflakes. Iets wat we dagelijks krijgen voorgeschoteld. Veel variatie kennen de Ieren niet. Alleen met de eieren valt iets te kiezen…scrambled eggs, boiled eggs of een gebakken ei. Maar het smaakt goed, in tegenstelling tot het eten in restaurants. In restaurants is het eten over het algemeen saai en zonder groente.

2007-12-12_00716 Irish Stew

Irish stew (c) jcdv 2007

In de tuin zit een plastic specht, op het dak een lijster. Na het ontbijt gaan we met de bus naar het centrum van Dublin. We zien nog een kwikstaart onderweg. Weer mussen, spreeuwen en nu ook kauwtjes. We zitten in een dubbeldekker. Bij de Bachelor Pub strijken we neer voor een kop koffie om te kijken waar we naar toe gaan. We stippelen een route uit van O’ Connor Street, Trinity University en tenslotte naar de Temple Bar. In de buurt van de Trinity University zien we de Book of Kells en een prachtige bibliotheek. Onderweg komen we langs drie muziekzaken. De laatste is een paradijs voor Gibson-fans. Aan de muur hangen wel meer dan veertig Gibson Les Pauls. Ook twee Gibson Hummingbird akoestische

gitaren hangen er. Ze hangen te hoog om even uit te proberen. We wandelen verder langs de ‘painted doors’, een aantal gekleurde deuren. Je moet er wel oog voor hebben, want als je niet oplet, dan loop je er zo aan voorbij.

Muziekwinkel voor de Gibson-fans (c) jcdv 2007

Muziekwinkel voor de Gibson-fans (c) jcdv 2007

In de trendy wijk de Temple Bar gaan we eten. We kiezen voor Irish stew, dit is vlees met ongeschilde aardappelen. Het vlees lijkt wel wat op kattenbrokken. Het is te eten, maar daar is dan ook alles mee gezegd. Geef mij maar de Nederlandse keuken. In een pub zien we een gitarist spelen, daar gaan we naar luisteren. Uniek om op een werkdag in de middag iemand te zien spelen in een pub. De gitarist/zanger speelde onder andere een nummer van de Belgische groep K’s Choise. Na twee uur spelen nemen een duo, bestaande uit een violist en gitarist/zanger het van hem over. Van het duo kijkteen neef uit Engeland toe, met wie we praten. Erg leuk!

Ondergetekende neemt hier zijn eerste Guinness. Volgens de reisgids smaakt dit donkere bier beter dan in Nederland. Dat klopt inderdaad. In Nederland lust ik het niet, maar in Ierland vind ik het beter smaken dan bijvoorbeeld Heineken. Een zachte smaak. Heineken smaakt wat frisser. We hebben genoeg gezien en vanuit Fleet Street nemen we de bus terug naar onze B&B.

Trim Castle, waar de film Braveheart in opgenomen (c) jcdv 2007

Trim Castle, waar de film Braveheart in opgenomen (c) jcdv 2007

12 december: bij het ontbijt maken we kennis met een Spanjaard genaamd Mario. Hij logeert hier om te werken. Het doet iets met verzekeringen, als ik het goed heb verstaan. De eerste dag heeft Karin gereden, nu wil Jos wel even een blokje om gaan rijden. Om te weten wat het is om links te rijden. Dat is inderdaad wel even wennen. De auto ook, met het stuur aan de rechterkant. Het zweet breekt bij hem uit en het blijkt dat we verkeerd rijden. We hebben nog steeds geen goede kaart en we zijn nog niet gewend aan de borden langs de weg. In een mooie pub in de vorm van een molen nemen we een cappuccino. De barman wijst ons de weg en het blijkt dat we nog steeds vlakbij Dublin zitten. Karin neemt het stuur

weer van Jos over. We weten nu de weg te vinden naar Braveheart zijn optrekje Trim Castle. Braveheart is een film die zich afspeelt in de middeleeuwen met Mel Gibson in de hoofdrol. Bij Trim Castle kopen we een goede atlas. Geen miskoop, want alles staat er duidelijk in. We stillen onze honger met een sandwich special. Via de kust rijden we terug naar Dublin. Het is al bijna donker. Jos doet nog een poging om vogelsoorten te ontdekken met zijn telescoop.

Dat zijn: scholeksters, blauwe reiger, wulp en steenloper. Bij Trim Castle zagen we overigens: pimpelmees, zanglijster, kauwtjes en duiven. Onderweg naar de B&B trotseren we de file en doen we nog wat inkopen bij een supermarkt in de

buurt.

2007-12-13_00503 (Small)

Ballinasloe, waar je wel lekker kunt eten (c) jcdv 2007

13 december: na het ontbijt nemen we afscheid van het gezellige vrouwtje. Karin zegt tegen haar: “You are a pretty woman.” De vrouw: “I’m not sure about that.”

We verlaten Dublin en rijden naar onze volgende B&B in Westport. Onderweg stoppen we nog even bij het klooster in Clonmacnoise. Het klooster ligt aan de rivier de Shannon. Met een duizend jaar oud kruis. Een roodborst en een aantal kramsvogels zien we hier. Onderweg naar Clonmacnoise zagen we twee goudvinken. Verschillende landschappen hebben we gezien en de weggetjes wisselen zich af. Dan weer breed, dan weer smal. We rijden verder en gaan eten in de plaats Ballinasloe. Hier eten we lasagne met patat en salade. Dit smaakt erg lekker! Wat een uitzondering is. Het culinaire hoogtepunt van de reis!

Uitzicht van de B&B in Westport, op de berg Croagh Patrick (c) jcdv 2007

Uitzicht van de B&B in Westport, op de berg Croagh Patrick (c) jcdv 2007

We komen aan in Westport. Deze B&B is uitstekend, vooral het mooie uitzicht op de heilige berg, de Croagh Patrick. ’s Avonds kroegentocht. Hier is niet zoveel te beleven als in Dublin. Tussen 19 en 22 uur is er geen muziek te horen in de pubs. Om 22 uur zien we wel een man met gitaar, maar we gaan daar niet op wachten en gaan terug naar de B&B om te slapen.

14 december: ontbijt om 8 uur. Met twee gebakken eieren en bacon. We rijden langs de Croagh Patrick, maar gaan hem niet beklimmen. We zien prachtige landschappen tussen de bergen. Vooral bij de Doo Lough Pass. In het dorpje Leenaun stoppen we bij een pub. Waar we koffie met broodjes bestellen. Er staat een aardige vrouw van zestig achter de bar. Mijn aandacht wordt getrokken naar de hond die de hele tijd ons bewegingloos zit aan te staren. Na een half uur nog. Bij navraag blijkt het een namaakhond te zijn. We betalen met een tientje. “laat maar zitten” zegt de vrouw. Achteraf wel duur, misschien dat ze daarom zo vrolijk was. Weer een paar domme toeristen opgelicht!

2007-12-14_09001_Leenan (Small)

Pub inLeenaun, hond kijkt bewegingloos toe (c) Karin 2007

We vervolgen onze reis en gaan naar Connemara National Park. De natuur valt een beetje tegen. Bij een korte wandeling blijkt dat onze conditie te wensen overlaat, verstandig achteraf dat we de Croagh Patrick niet hebben beklommen. We gaan verder richting de Clifden, waar we verder genieten van het landschap. De aanbevolen skyroad biedt een prachtig uitzicht op de Clifden Bay. Vervolgens gaan we via de r341 naar Cashel. En gaan we via de r344 weer terug naar Westport. In Westport doen we nog wat inkopen bij de Spar en gaan slapen bij onze B&B.

15 december: naar de Burren, langs de kust via de r477. We kijken eerst bij een vogelkijkhut. We zien hier een blauwe reiger, zaagbek, steenloper, rotgans. We horen nog kneutjes overvliegen. We rijden verder. We komen de Ballinalackan Castle tegen en zien prachtige landschappen langs de kust. In het dorp Doolin, drinken we in de muziekpub Mc Gann’s een cappuccino en houden we een sanitaire stop. Vervolgens gaan we naar Cliffs of Moher. Hier genieten we van het uitzicht. Een fluitspeler en een man met banjo laten hier hun muzek horen. Op naar Limerick. Het valt niet mee om onze B&B te vinden. De straat Dooladoyle rijden we dan ook verschillende keren op en neer. Uiteindelijk laten we ons

ophalen door de gastvrouw. Het blijkt in een andere straat te zijn, dan wat het boekje aangeeft. De vrouw zegt dat ik haar aanwijzingen had moeten opvolgen die ze vertelde via de telefoon. Ze verteld ook dat ze ziek is. Over dikke pillen die ze niet door de keel kan krijgen. Ze heeft de neusholtes vol zitten.

Cliffs of Moher

Cliffs of Moher (c) Karin 2007

16 december: 8 uur ontbijt . We besluiten naar de Burren National Park te gaan. Dit park valt een beetje tegen, na alle enthousiaste verhalen die we er over hebben gehoord. Misschien niet het juiste seizoen. Want in de zomer zie je mooie bloemen bloeien tussen de stenen. We rijden terug via Bunratti Castle en Folk Park. We bekijken dit kasteel nu ook van binnen en zien huisjes van vroegere bewoners. We lunchen hier ook. Jos bestelt een zalm, wat een salade blijkt te zijn. De champignonsoep is heerlijk. Terug in Limerick gaan we uitrusten. In Folk Park zien we goudvinken, winterkoning en een roodborst. Tevens bonte kraaien die we bijna overal tegenkomen.

17 december: 8 uur ontbijt. We nemen afscheid van Limerick en vertrekken naar Kenmare. In het dorp Adare zien we twee mooie huizen met een rieten dak. We gaan naar de kust bij Dingle. Ook hier is het landschap mooi. Een dolfijn zit hier vaak in de haven. Wij zien alleen zijn beeld in de haven staan. Langs de kustweg treffen we een fotogenieke meeuw aan. Die rustig blijft en zelfs nog een stukje dichterbij komt. Waren alle vogels maar zo. Kilometers later zien we het schitterende Killarney NP. Net een sprookje of een Bob Ross-schilderij, met de bomen, bergen en het meer. De zon licht het prachtig bij. We komen met iets minder moeite aan in Kenmare bij de B&B. In tot nu toe het mooiste huis, met uitzicht op Kenmare. Roodborst en zanglijster wisselen elkaar af om te zingen. Daarna slapen. Jos heeft griep opgelopen.

Bunratty Castle/>

Bunratti Castle (c) jcdv 2007

18 december: half 9 ontbijt. Zwarte mees zit voor ons raam met een roodborst. We rijden de Ring ofKerry. Doordat we verwend zijn met prachtige uitzichten zijn we niet echt onder de indruk. In Waterville moeten we wachten bij een wegonderbreking. Karin kijkt naar rechts en ziet opeens Charlie Chaplin zijn beeld. We verkennen Killarney waar we eten en winkels bekijken. Kenmare blijkt ook een leuk plaatsje. Weer zijn we niet echt onder indruk van het eten. Het smaakt maar daar is ook alles mee gezegd. Terug naar de B&B om te slapen.

19 december: gastvrouw verslaapt zich, bij de 2e poging is ze wel aanwezig. We krijgen weer bacon & eggs & toast. Later is opeens haar haar nat. Ze zegt er niets over, misschien een wilde nacht gehad? Wie zal het zeggen, zij niet in ieder geval. We besluiten om te gaan wandelen in het Killarney NP. Quiche gegeten bij Moll’s Gapp, boven een leuke shop. Midden in de bergen. Gewinkeld in Kenmare. Ze verkopen hier ook goedkope instrumenten bij de cd-shop. In de etalage hing zelfs nog een Martin gitaar van 460 euro. Er is ook een markt waar schoolkinderen rondhangen. Weer naar huis om drie uur om lekker te relaxen, want morgen krijgen we weer een drukke dag. Vanaf 20 uur ging de kachel weer hoog op. De man des huizes was zeker weer thuis…

Goudplevieren bij Skibbereen in het zuiden van Ierland (c) jcdv 2007

Goudplevieren bij Skibbereen in het zuiden van Ierland (c) jcdv 2007

20 december: naar Cork. Jos gaat weer rijden. Het uitzicht weer prachtig. Eindelijk zien we een plaats voor vogelaars. Mooie plek, lekker uit de wind en verschillende soorten vogels. Zoals duizend goudplevieren en 4 kleine zilverreigers. Een knobbelzwaan laat zich mooi op de foto zetten. Ookbontbekplevier, grutto en rosse grutto. We gaan verder naarKinsale. Volgens de reisgids kun je hier lekker eten. Dat blijkt niet in ons restaurant. De traditional fish and chips scoort hoog in mijn lijst van smerig eten. De lekkerbekjes smaken naar vet. Niet naar vis. De steak van Karin smaakt beter. We gaan verder naar een fort wat sterk lijkt op Bourtange. We krijgen uitgebreide uitleg. Dan Cork.

We rijden door de stad naar Cobh. Waar we een expositie zien van de mensen die per schip naar Amerika gereisd zijn. Ziet er interessant uit. Met geluiden en voorwerpen uit die tijd. Zodat je de sfeer proeft van destijds. Terug naar Cork vinden we de B&B. Heel anders dan de vorige. Zo te zien zijn we bij de familie van Mrs. Buckett terecht gekomen. Beetje sjofel, maar wel aardige mensen. De B&B zit langs een drukke weg in de buurt van het station. We mogen kiezen of we achter slapen of voor. We gaan nog even de stad in en dan slapen.

21 december: Ontbijt om 8 uur. Nu een keer een gekookt eitje. Lekker! Daarna weer slapen. We krijgen een geruststellend telefoontje van het reisbureau. We hoeven niet naar Dublin om de auto terug brengen. We gaan Cork verkennen. De Gibson gallery blijkt niet om gitaren te gaan. Maar oude rommel in een vitrine kast. De schilderijen en brandgeschilderde ramen zijn mooier om te zien. Gelukkig is de toegang gratis. De Gibsons bij een paar muziekwinkels zijn interessanter. Het zijn slechts een handvol. Wel is er een afgeragde gitaar van Rory Gallager te zien in de etalage. Voor 4000 euro kun je deze kopen. De rest is niet echt interessant. Leuk is ook de English Market. Met slagers,

bakker, etc. Boven kun je koffiedrinken met uitzicht op de markt. Onder het genot van cappuccino en een heerlijk stukje gebak met verfrissende Dreft-smaak. Bij navraag vinden we het monument voor Rory Gallagher. We liepen er eerst al aan voorbij. Een muzieknoot met teksten van zijn songs. Een gitaar staat er achter. Op verzoek van Karin bezoeken we ook andere winkels. Terug op weg naar huis doen we nog wat inkopen. Thuis gaan we uitrusten. De auto halen we weer op van de parkeerplaats, want deze mag niet tussen 11 en 16 uur voor het huis staan. Daarna slapen.

2007-12-22_11083 (Small)

Monument voor de gitarist Rory Gallagher (c) jcdv 2007

22 december: We nemen afscheid van onze laatste gastvrouw in Cork. Op de laatste dag gaan we naar Blarney Castle. De omgeving rond het kasteel is erg mooi en sprookjesachtig. Het zonnetje werkt hier goed aan mee. In het beekje zien we een waterspreeuw! Er zijn nog weinig mensen aanwezig, wat erg prettig is. De Blarney Stone gaan we niet kussen. Hiervoor moet je op de grond liggen en de steen kussen. Na het bezoek aan dit kasteel gaan we benzine tanken en naar het vliegveld. We leveren de auto in en vliegen terug naar huis.

Waterspreeuw bij de Blarny Castle (c) jcdv 2007

Waterspreeuw bij de Blarny Castle (c) jcdv 2007

Gepost in Natuurverslagen_Buitenland | Reacties uitgeschakeld voor 2007 Ierland

2009 Noorwegen

25
januari
Natuurverslagen_Buitenland — Reacties uitgeschakeld voor 2009 Noorwegen


Datum: 19 t/m 31 juli 2009    Tekst/Opmaak/foto’s: Jos de Vries

Reis door Noorwegen (c) Maps Google

Reis door Noorwegen (c) Maps Google

Samen met onze vrienden Tiemen, Mirjam en hun zoon Jelle, zijn mijn vrouw en ik vertrokken naar onze vakantie bestemming Noorwegen. Hieronder volgt het verslag.

Tiemen,Karin, Jos en Mirjam

Tiemen,Karin, Jos en Mirjam

Zondag 19 juli: Om 15:30 komen we aan bij de haven in Kiel (Duitsland). De veerboot van Stenaline staat al klaar en we kunnen gelijk door rijden naar het autodek.

Jelle.

Jelle.

Tijdens de rit door Duitsland zagen we een Blauwe Kiekendief aan het jagen. Rondom de veerboot vliegen een Visdief en Kleine Mantelmeeuwen.

Een man bekijkt twee mantelmeeuwen op de veerboot.

Een man bekijkt twee mantelmeeuwen op de veerboot.

In de zee zien we kwallen drijven. We krijgen een 4-persoons hut toegewezen. Twee bedden zijn al opgemaakt en er is een douche aanwezig. Opvallend is het vacuümtoilet. Het water wordt weggezogen in plaats van doorgespoeld. Op het dek ziet het er luxer uit dan wat ik gewend ben op bijvoorbeeld de boot naar Schiermonnikoog. Er zijn o.a. spelletjes voor de kinderen, taxfree-shop, disco, een bar en leuke zitjes.

Een Kleine Mantelmeeuw langs de veerboot.

Een Kleine Mantelmeeuw langs de veerboot.

Om 18:30 kunnen we gaan dineren in buffetvorm. Om 19 uur vertrekt de boot. Het eten smaakt prima, behalve de koffie, die is niet te zuipen. Bij het frisdrankapparaat is het vaak afwachten wat je krijgt. In het begin jus d’ Orange, maar soms alleen maar water. Lekker is het speciale Scandinavische brood. De kippenboutjes kan ik u van harte aanbevelen.

Het is rustig op zee, windstil en er zijn amper schommelingen te bemerken. Op het dek genieten we van mooie luchten, een zonsondergang. We gaan ook nog even de disco in, waar een gitarist/zangeres muziek laat horen. Hij wordt begeleid door zijn laptop en muziekinstallatie. In de taxfree-shop kopen we een paar kleine flesjes sterke drank.

Zonondergang gezien vanaf de veerboot.

Zonondergang gezien vanaf de veerboot.

Rond 23 uur gaan we slapen. De nacht verloopt rustig. Alleen klappert de deur van de hut nogal, zodat ik niet goed kan slapen.

Maandag 20 juli: de boot komt aan in Götenborg. Om 9 uur kunnen we van boord. In Noorwegen krijgen we te maken met tolwegen. Tiemen betaalt hier 20 NOK aan de man achter het loket en scheurt meteen weg. De man probeert ons nog een bonnetje te geven, maar daar krijgt hij de kans niet meer voor.

Ons eerste bungalow in Nordseter.

Ons eerste bungalow in Nordseter.

Na een lange rit door Zweden en Noorwegen komen we ongeveer om 17 uur aan in Nordseter. Een klein plaatje vlakbij Lillehammer. We zien in Lillehammer de Olympische schans. De zonnige dag eindigt in regen.

De Olympische schans in Lillehammer.

De Olympische schans in Lillehammer.

Nordseter is een gezellig dorpje met kenmerkende houten huisjes, hoog in de bergen. We overnachten hier in een bungalow (cabin, zoals de Noren het noemen).

Dinsdag 21 juli: na een stevig ontbijt besluiten we een rit te maken langs de Peer Gynt vegen. Deze rit duurt langer dan gedacht. Door de bergen schiet het ook niet zo op als we in NL gewend zijn. Er zitten nogal wat kuilen in de weg, dus is het slingeren geblazen. We genieten tijdens de rit van de prachtige natuur en zien eeuwige sneeuw liggen op de bergen en veel watervallen. De dag begint met regen, maar om 15 uur is het droog en de zon breekt door. We stoppen bij een huisje langs de weg waar twee jongedames ons bedienen. De koffie (uit de thermoskan) die we hier drinken is weer dezelfde “bocht” als op de boot. Om 18 uur gaan we zwemmen in Gøy in het zwembad Jorekstad. Na het zwemmen, eten we in een plaatselijk restaurant ‘By the Way’. We nemen patat en een ijsje na. Nouja ijsje…ik had een dikke Lion ijsco. We gaan weer terug naar Nordseter.

Woensdag 22 juli: De morgen begint zonnig. Vlakbij de bungalow zie ik een Sijsje, Kramsvogel, Ekster en een Bonte Kraai. Vooral de Eksters en Bonte Kraaien, zie je vaak in Noorwegen. Zwarte kraaien, Kauwtjes of Roeken zijn niet aanwezig in het land.

De vrouw met krulspelden. Op weg naar de kapper? Wie zal het zeggen?

De vrouw met krulspelden. Op weg naar de kapper? Wie zal het zeggen?

Ook veel Witte Kwikstaarten overigens. Het aantal vogels valt in Noorwegen dik tegen, je moet er vaak goed naar zoeken. Vooral in de bergen zijn weinig vogels. Met name de roofvogels ontbreken. We vertrekken naar het familiepark Hunderfossen. Op weg naar het park zien we een vrouw in de auto met krulspelden rijden.

De grote trol in het familiepark Hunderfossen.

De vrouw met krulspelden. Op weg naar de kapper? Wie zal het zeggen?

Onderweg hadden we de grote Trol al gezien in het park. Jelle vermaakt zich hier prima. Het is alleen jammer dat hij voor veel attracties te oud of te groot is. We gaan samen in de waterbaan. Hier wordt een foto van ons gemaakt, waarop we lachen.

Later gaan we het kasteel in, waar ons een trollen verhaal wordt verteld. Hier kun je ook bepaalde dingen aanraken. We komen in een kamer en worden vastgezet in een bank. Het licht gaat uit en een prinses verschijnt. Met een poes. Zodra de poes zijn staart beweegt komen we in een vrije val terecht. We schrikken ons rot! Vooral Jelle. Als we er weer uit zijn, blijkt dat er een foto van ons is gemaakt. Met onze verschrikte blikken. Vooral ondergetekende staat er verschrikt op, met haar alle kanten op. We nemen nog een drankje en verlaten het park.

Het kasteel in Hunderfossen, pas op voor de vrije val!

Het kasteel in Hunderfossen, pas op voor de vrije val!

In de buurt van het park is een stuwmeer wat we gaan bekijken. Hier zitten ook enige vogels, die ik niet meteen thuis kan brengen, omdat ik mijn verrekijker niet bij me heb.

’s Avonds van 19:30 tot 23:30 nemen we deel aan een Elk Safari om naar Elanden te zoeken. Met een bus rijden we door de omgeving. Gids Elisabeth verteld ons in het Engels over de elanden. Het duurt even voordat we iets zien. Maar dan onderweg ziet de chauffeur die ook gids is een Eland op 10 meter afstand. Een ideale afstand. De Eland laat zijn tanden zien en de neus gaat omhoog. Zijn oren bewegen ook. Na een paar minuten heeft ie iets in de gaten en verdwijnt tussen de bomen. Erg leuk om te zien. We gaan verder en stoppen voor een kop koffie.

Tiemen vraagt op zijn beste fries iets aan Elisabeth. Ze blijkt het ook nog te kunnen verstaan! Een Zwitser in ons gezelschap, denkt een Eland te zien, maar het is een bosje. Hij ziet door de telescoop, die de chauffeur heeft klaar gezet, ook een Eland, maar zegt dat die net achter een kei is gedoken. Ik zie echter niets, door de telescoop van een onbekend merk. De gidsen hebben ook verrekijkers mee genomen, waar men gebruik van kan maken. Zelfs nog een 7×50 Fujinon, wat een hele goede verrekijker is. Elisabeth heeft een zelfgemaakte taart mee gebracht wat prima smaakt met de kop koffie. De mist komt op zetten en we gaan weer terug naar Nordseter. We zien geen Elanden meer.

De reis van Nordseter naar Oppdal.

De reis van Nordseter naar Oppdal.

Donderdag 23 juli: We verlaten Nordseter en vertrekken naar Oppdal. In de morgen ziet Tiemen opeens twee Kraanvogels in een weiland staan. We stoppen even verderop met de auto en nemen foto’s van de Kraanvogels. Ze verdwijnen snel achter een schuurtje.

Twee Kraanvogels in de buurt van Nordseter.

Twee Kraanvogels in de buurt van Nordseter.

Achter het schuurtje staan ze en ik neem nog een paar foto’s. Helaas vliegen ze meteen weer op, ver weg. Toch ben ik blij met de foto’s.

De twee Kraanvogels vliegen weg, de smeerlappen!

De twee Kraanvogels vliegen weg, de smeerlappen!

Onderweg naar Oppdal zien we schapen op de weg. Ook weer mooie uitzichten op bergen en watervallen. Huisjes hoog in de bergen. Bergen met sneeuw. In de avond maken we een wandeling.

Jelle rust uit bij een paar stenen.

Jelle rust uit bij een paar stenen.

Jelle maakt kennis met andere kinderen. In de kabelbaan zie ik een Koolmees verdwijnen. Zo te horen heeft ie daar zijn nestje in gemaakt. Mirjam en Jelle hebben nog een andere wandeling gemaakt, waarbij ze een wild konijn hebben gezien en twee Elanden die ze op foto’s heeft gezet. Na een paar minuten begint ze te lachen en verteld ze dat ze die van een foto heeft gemaakt. De Elanden heeft ze dus niet gezien.

Ons uitzicht bij Oppdal.

Ons uitzicht bij Oppdal.

Het uitzicht vanaf ons appartement is prachtig. We zitten hoog op een berg en kijken het dal in en kunnen mooi de andere bergen zien. In het dal is een boer bezig met bollen gras. Met de verrekijker is het prachtig om de werkzaamheden van de boer te volgen. Doordat het zo klein is, lijkt het niet helemaal echt. Aan het eind van de dag liggen de balen gras keurig op een rij. Deze worden ’s winters gebruikt als veevoer.

Het appartement bij Oppdal.

Het appartement bij Oppdal.

Vrijdag 24 juli: vanuit de slaapkamer kunnen we door een klein raampje kijken naar het grasveld. Het grasveld is op dezelfde hoogte als een raam, wat een apart effect geeft. Hier hoor ik een Groenling. ’s Morgens komt de bakker langs, die brood verkoopt vanuit zijn auto. Een man van 35 pakt het brood in en bij een oudere man met sigaretje kun je het brood afrekenen.

Na het ontbijt vertrekken we naar Åmotan voor een bergwandeling. Bij aankomst zien een specht. Het ging te snel om te zien, wat het nu precies was. We kiezen hier voor de gele route. Met onze conditie valt dit nog niet mee. Je moet je vast houden aan een ketting en een wiebelbruggetje oversteken. Tiemen durft dit laatste niet aan. Hij zegt dat hij kramp heeft en last heeft van zijn zware rugtas.

De hangbrug van de blauwe route. We namen een vergelijkbare brug van de gele route.

De hangbrug van de blauwe route. We namen een vergelijkbare brug van de gele route.

Er is ook een nostalgische wc (een houten ding met alleen een gat erin, zoals vroeger). Laat maar zitten dus. We zien hier ook Sijsjes en Vinken. De gele route eindigt steil omhoog. Ik moet hier wel even van bij komen. Jelle die is niet eens moe. We rijden verder naar de Surnadalsfjorden, maar dit valt tegen. We kunnen hier ook niet verder, want weg 70 is afgezet. We gaan dezelfde weg weer terug. Onderweg zien we Bonte Kraaien en Witte Kwikstaarten. Terug in het appartement maken we ’s avonds gebruik van de Sauna. Een voor een gaan we er in, wat erg prettig was.

Het uitzicht onderweg van Nordseter naar Oppdal.

Het uitzicht onderweg van Nordseter naar Oppdal.

Zaterdag 25 juli: vroeg in de morgen ga ik eerst weer vogels kijken door het raam. Ik zie een Roodgesterne Blauwborst. Door de verrekijker zie ik mooi zijn rode borstje. Helaas blijft ie niet lang genoeg op het paaltje zitten om er een foto van te maken. We praten met de buren die vrijdag met de kabelbaan naar boven zijn gegaan. Ze hadden hier een restaurant verwacht. Maar wat bleek…niets! Wel sneeuw, maar geen plaats waar ze lekkere wafels konden halen. Ze hadden de gondel moeten nemen. Wij maken op zaterdag gebruik van de gondel en treffen bovenop de berg wel het restaurant aan. De grote wafels smaken inderdaad prima. Met aardbeien en slagroom. De man die het klaarmaakt en ons bedient (best druk in je eentje) valt in smaak bij Karin en Mirjam. Hij maakt indruk op de dames door zijn mooie blauwe ogen.

Huisje bedekt met gras. Iets wat je vaak ziet in Noorwegen.

Huisje bedekt met gras. Iets wat je vaak ziet in Noorwegen.

In Oppdal doen we boodschappen bij de KiWi supermarkt en gaan later zwemmen. Het overdekte zwembad bevalt beter dan de eerste. Het ziet er wat beter uit. Het zwembad heeft ook een sauna, waar we tevens gebruik van maken.

Terug in het appartement gaan we tv kijken, een kanaal is in het Nederlands en we zien hier de film Stella’s Oorlog. Een heftige film over het NL-leger in Afghanistan.

Bewolking rondom een berg.

Bewolking rondom een berg.

Zondag 26 juli: In de morgen is het weer tijd voor een Safari. Dit keer gaan we op zoek naar Muskusossen. Gids Hans stelt zich voor bij het Station en we rijden achter zijn jeep (een Toyota 4×4) aan naar Djovrefjell. We moeten nog even wachten op andere Nederlanders die door miscommunicatie op de verkeerde plek stonden. De wandeltocht begint eerste 45 minuten steil, daarna valt het wel mee. We zien al snel een grote Muskusos.

De Muskusos, hij maakt dreigende bewegingen met zijn poot.

De Muskusos, hij maakt dreigende bewegingen met zijn poot.

Het beest maakt een dreigende beweging met zijn voorpoot en Hans zegt dat we niet moeten blijven staan. Het beest kan wel 60 km/u rennen, dus is het niet verstandig om hem uit te dagen.

Hans verteld ons dat er dit jaar 4 muskusossen door de trein zijn aangereden en dat ze in het verleden zijn geïmporteerd van Groenland. Later zien we nog meer Muskusossen, maar op verre afstand. Alleen met een telescoop zijn ze goed te zien.

Een Goudplevier laat zich zien, wel goed kijken!

Een Goudplevier laat zich zien, wel goed kijken!

Een koekoek en een Goudplevier laten zich ook mooi zien. We komen andere Nederlanders tegen, een man verteld dat een Muskusos een trein heeft aangevallen en dat er twee ossen met elkaar aan het vechten waren. Waarbij de ene zijn hoorn heeft verloren tijdens de strijd en nu bewusteloos ligt bij te komen. Een sterk verhaal blijkt later, want op mijn eerste foto was de hoorn er ook al af.

Een Koekoek liet zich ook mooi zien. Op de foto is hij iets minder duidelijk.

Een Koekoek liet zich ook mooi zien. Op de foto is hij iets minder duidelijk.

De os blijkt wel te slapen. We houden hier weer enige afstand. Hans verteld ons meer over de ossen en er blijken zo’n 320 beesten te zijn in Djovrefjell. We zien hier de op één na hoogste berg van Noorwegen. Tijdens de rit naar Oppdal zien we tipi’s staan met een winkeltje erbij. Ze hebben hier leuke spullen te koop. Hier staat een rendier aan een ketting, die we goed kunnen bekijken. Wel een beetje zielig! Hier zijn ook huiden te koop van rendieren. Maar een man adviseert ons om het niet te kopen, want ze ontharen nog meer dan een hond. Terug in Oppdal gaan we weer tv kijken.

De gondellift die ons brengt naar het restaurant op de berg.

De gondellift die ons brengt naar het restaurant op de berg.

Maandag 27 juli: We verlaten Vangslia Fjellten, zoals het officieel heet en gaan op weg naar Hemsedal.

De reis van Oppdal naar Hemsedal.

De reis van Oppdal naar Hemsedal.

In Lom bekijken we een staafkerk. Hier laat Tiemen een oud vrouwtje oversteken, maar zodra ze net is overgestoken, rijdt Tiemen met een straal gas, haar bijna van de sokken. In Lom is het 20 graden. We rijden verder en het weer wordt minder.

Die route die we volgen geeft uitzicht op de bergpieken van Jotunheimen. Langs de hoogste bergen van Noorwegen. Een aantal hiervan zijn hoger dan 2200 meter. Het gaat regenen. Vooral in de bergen is het slecht weer. Maar we genieten van een maanachtig landschap en zien op de hoge bergen sneeuw liggen. Erg fraai om te zien. Door het slechte weer, besluiten we niet uit te stappen. We zien we echte diehards picknicken in de regen.

Het is een slechte dag voor Karin, want ze wordt misselijk in de auto. Aangekomen in Hemsedal is de temperatuur gedaald naar 12 graden. Karin valt van de trap en gaat op het bed liggen. Ze is niet de enige die struikelt. Jelle viel bij de receptie en ik en Tiemen struikelde bovenaan dezelfde trap waar Karin viel.

De rest gaat tv kijken en eten. Jelle is nogal ongeduldig en eet koude pannenkoeken want bij wil weer snel spelen met zijn vriendjes.

Ons appartement in Hemsedal.

Ons appartement in Hemsedal.

Het appartement in Hemsedal blijkt de mooiste te zijn. Een 8 persoons appartement met acht bedden en twee badkamers. Vier balkons waar het goed vogels kijken is, als die er zijn dan..

Dinsdag 28 juli: tussen 5:30 en 6:30 ga ik vogels kijken. De vogels zitten dichtbij. Sijsjes, een koolmees, pimpelmees en een fitis zijn te zien.

Een Koolmees (Kjottmeis) in Hemsedal.

Een Koolmees (Kjottmeis) in Hemsedal.

Ik dacht in een flits ook een braamsluiper te hebben gezien. Maar weet ik niet helemaal zeker. Karin is inmiddels weer opgeknapt. Mirjam en Jelle gaan brood halen. Na het ontbijt gaan we shoppen in Gol en daarna zwemmen in het tropisch zwembad. In het zwembad zijn een aantal glijbanen. Waarvan een nogal stroef is omdat er niet voldoende water doorheen stroomt. Tiemen kan hier meer over vertellen en wil u graag zijn blauwe plekken laten zien. Hij heeft nogal wat te verduren gehad tijdens de vakantie. Hier en daar is hij gestoken en had op diverse plekken blessures.

Een Fitis in Hemsedal.

Een Fitis in Hemsedal.

Na het zwemmen bekijken we nog een staafkerk en halen we eten halen bij de chinees. Het smaakt net zo als in Nederland. Behalve de loempia’s die zijn niet zo lekker. Zo te zien zat er witte kool met kip in verwerkt.

Tiemen besluit zijn zijn auto te gaan wassen. Na het eten strooit Mirjam broodkruimels vanaf het balkon. Het blijkt dat de onderburen ook buiten staan en deze krijgen spontaan last van roos. ‘ s Avonds gaan Karin en ik nog een wandeling maken. Mirjam had een leuke plek aan het water, wat ze nog wil bekijken. Jelle zit al lang weer met zijn vrienden te spelen.

Een Pimpelmees in Hemsedal.

Een Pimpelmees in Hemsedal.

Woensdag 29 juli: om 7 uur was alleen een Ekster te zien. We rijden naar Lærdalsøyri om zalmen te zien zwemmen. Het is een erg leuk dorpje. Met mooie huizen. In het museum doen we een vissersimulatie. Waarbij ik 5700 punten haal.

De zalm, die al moeilijke jaren achter de rug heeft.

De zalm, die al moeilijke jaren achter de rug heeft.

Hier is tevens een film te zien over de zalm. Het wordt mooi verteld vanuit het perspectief van de zalm. Eigenlijk wel een zielig verhaal. De zalm heeft het erg zwaar om te overleven en uiteindelijk beland beland het in de pan. We gaan verder en zien onderweg een Blauwe Reiger.

Een hotel in Lærdal.

Een hotel in Lærdal.

We rijden naar Lærdalflord. Die is mooier dat de vorige fjord. In Flåm is een station. Hier is het erg toeristisch en zijn er vele souvenirwinkel. Voor het eerst zien we Japanners. We kopen wat Noorse hebbedingetjes.

De prachtige verlichte tunnel van 24,5 kilometer lang.

De prachtige verlichte tunnel van 24,5 kilometer lang.

Indrukwekkend is de 24,5 kilometer lange tunnel tussen Aurland en Lærdal. De tunnel is prachtig verlichting.

We bezoeken in Borgund een staafkerk. Volgens de reisgids is dit meest karakteristieke en best bewaard gebleven staafkerk.

Staafkerk van Borgund. De meest karakteristieke en best bewaard gebleven staafkerk van Noorwegen.

Staafkerk van Borgund. De meest karakteristieke en best bewaard gebleven staafkerk van Noorwegen.

Op de terugweg besluiten we over het hangbruggetje te gaan. Tiemen zegt dat we die net gemist hebben en is opgelucht. Maar we vertellen hem dat die nog moet komen. Maar eerst gaan we nog wat eten in een restaurant in de bergen. Ik kies voor een plaatselijk gerecht. Want ik wil wel eens iets echt Noors eten. Het staat er niet in het Engels en wat weten niet wat er precies staat op het menu. Het heet Spekemat. Met onze gebrekkige kennis van de Noorse taal ontcijferen we dat het iets moet zijn met spek en eieren. Het blijkt een koude maaltijd te zijn. Inderdaad spek en eieren (crumbled eggs). Alleen de eieren zijn warm. Aan het gezicht van Tiemen te zien, is zijn teleurstelling groot. Want hij had patat verwacht en klaagt er over en eet met lange tanden.

Uiteindelijk komen we bij het hangbrugje aan. We waren het nog niet vergeten. Tiemen verzameld al zijn moed en gaat er toch over.

Terug in Hemsedal wisselen Jelle en zijn speelkameraadjes (email-)adressen uit.

De reis van Hemsedal naar Götenborg.

De reis van Hemsedal naar Götenborg.

Donderdag 30 juli: om kwart over acht verlaten we Hemsedal voor een lange rit naar de veerboot in Götenburg. Over betere wegen via Oslo. Onderweg stoppen we bij een naar wc die stinkt naar pis. Onderweg hebben twee reeën en een buizerd gespot. Zo te zien heeft Zweden meer te bieden qua vogelsoorten. Op weg ligt weer een doodgereden Das, dit zagen we op de heenreis ook. In Zweden is het noodweer. We moeten goed naar de weg kijken en onze snelheid aanpassen.

Een van de vele watervallen.

Een van de vele watervallen.

We komen om 16 uur aan in Götenburg en kunnen gelijk de boot oprijden. We wisselen het Noorse geld om in Euro’s. Zelf de 10 en 20 NOK kunnen we omwisselen. We zien weer Nederlanders, die dezelfde reis hebben gemaakt. Er staat nu meer wind en dat merken we door het schommelen van de boot. Maar niemand krijgt er echt last van. In de disco weet een andere gitarist/zanger het publiek te vermaken. In de taxfree winkel kopen we twee flessen drank en pinda’s.

De nacht verloopt verder rustig. Bij onze vrienden wat minder, doordat Jelle niet kan slapen en plotseling, na veel draaien en zuchten, het licht om 3 uur aan doet.

Uitzicht vanaf de berg bij Oppdal, die via de gondelbaan te bereiken is.

Uitzicht vanaf de berg bij Oppdal, die via de gondelbaan te bereiken is.

Vrijdag 31 juli: om 7:30 gaan we aan het ontbijt. Om 9 uur verlaten we de veerboot in Kiel. We rijden in een vlot tempo door Duitsland weer terug naar Nederland. In Duitsland genieten we van lekker cappuccino en nuttige nog een warme maaltijd. Ik maak nog even gebruik van het toilet, waarbij het altijd leuk is om te zien hoe de bril ronddraait.

In de buurt van Scheemda is een ongeluk gebeurd, een vrachtwagen is tegen een viaduct aangereden. Het is de hele dag stralend weer en tenslotte zijn we om kwart over drie weer thuis.

Gepost in Natuurverslagen_Buitenland | Reacties uitgeschakeld voor 2009 Noorwegen

Webdesign door Jos de Vries